Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“(…) De reden hiervoor is dat u verduisterd heeft sommen geld en pakketten van mijn klanten en brandstofgelden die toebehoren aan ARO Winterswijk B.V.”.
“(…)Ik ontvang elke zondag van de directie van ARO Winterswijk BV, contant geld die bedoeld zijn voor de collega’s van mij in Enschede. Ik geef elke maandag morgen elke collega 200,= die bestemd zijn voor de brandstof die is bedoeld is om de route te rijden, omgeving Enschede.
en overgebleven gelden wel retour gekomen, van mij elke maandag morgen 200,= ontvangt om hier de hele week de diesel te kunnen betalen die bestemd is voor het werk. (…) Ook de laatste week, een dag voor zijn ontslag had ik koen ook 200,= contant gegeven. Hij kreeg de volgende dag ontslag maar heeft het geld niet afgedragen aan mij, ook de bonnen van die week daarvoor en het overgebleven geld heb ik niet mogen ontvangen. De reden hiervoor die hij opgaf was dat hij dit geld thuis in een andere broek had zitten.”