Uitspraak
Overwegingen
Beslissing
[betrokkene]in een inrichting voor jeugdigen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 15 augustus 2013 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de voorlopige beëindiging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige, die momenteel is geplaatst in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC). Het verzoek tot beëindiging werd ingediend omdat de situatie van de jeugdige in de inrichting verslechterde. De jeugdige verbleef 23 uur per dag op zijn kamer in een intensive care unit, wat leidde tot een opbouw van frustraties en een verergering van zijn problematiek. De voorzitter van de kamer heeft de stukken, waaronder een advies tot verlenging van de PIJ-maatregel, in overweging genomen.
De rechtbank had eerder, op 11 juli 2013, de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de PIJ-maatregel afgewezen, omdat niet voldaan werd aan de vereisten van de wet. De officier van justitie had hiertegen beroep ingesteld. De voorzitter oordeelde dat, gezien het voorlopige karakter van de beslissing en de verstrekkende gevolgen van een beëindiging van de maatregel, een verzoek tot voorlopige beëindiging alleen kan worden toegewezen als het hoogst onwaarschijnlijk is dat het hof in beroep anders zou beslissen dan de rechtbank. In dit geval was dat niet aan de orde.
Daarom heeft de voorzitter het verzoek tot voorlopige beëindiging van de PIJ-maatregel afgewezen. De beslissing benadrukt de zorgvuldigheid die vereist is bij het beoordelen van dergelijke verzoeken, vooral gezien de impact op de uiteindelijke beslissing in beroep. De jeugdige blijft dus voorlopig in de inrichting voor jeugdigen geplaatst, totdat er een definitieve uitspraak in het hoger beroep is gedaan.