Uitspraak
de vader,
Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering, namens Bureau Jeugdzorg Drenthe,
LJ&R.
[belanghebbende],
de moeder,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [kind 1] en [kind 2]. De vader, appellant, had in hoger beroep verzocht om de beschikking van de kinderrechter van 22 mei 2013 te vernietigen, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd. De moeder, geïntimeerde, verzocht om de beschikking te bekrachtigen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden rondom de ondertoezichtstelling beoordeeld, waarbij het belang van de kinderen voorop stond. De vader en de moeder hebben beiden een rol gespeeld in de communicatie en de zorg voor de kinderen, waarbij de vader zich zorgen maakte over de effectiviteit van de ondertoezichtstelling. Het hof heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van [kind 2] niet langer gerechtvaardigd was, gezien de positieve ontwikkelingen in haar situatie. Voor [kind 1] was er echter sprake van een zorgelijke situatie, maar het hof oordeelde dat de ondertoezichtstelling ook voor hem niet meer noodzakelijk was. De ouders werden aangespoord om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de zorg en communicatie over hun kinderen. Uiteindelijk heeft het hof de verzoeken tot verlenging van de ondertoezichtstelling van beide kinderen afgewezen en de beschikking van de kinderrechter gedeeltelijk vernietigd, met de mogelijkheid voor de ouders om in de toekomst opnieuw een verzoek in te dienen indien nodig.