Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 27 mei 2011 tot en met 27 november 2011 te [plaats],
in ieder geval in Nederland,aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte in genoemde periode op meerdere tijdstippen, ten overstaan van rechercheurs van de zedenafdeling van de politie [plaats], opzettelijk en in strijd met de waarheid verklaringen afgelegd inhoudende dat zij, verdachte, op 16 mei 2011 en
/ofop 13 september 2011 seksueel zou zijn misbruikt door haar zwemtrainer, de heer [benadeelde].
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafbestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen jeugddetentie.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) alsvoorschot voor een
vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.