ECLI:NL:GHARL:2013:BY8097
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beperkingen op vordering buitengerechtelijke incassokosten door pensioenfonds
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 januari 2013, stond de vraag centraal of een pensioenfonds bij een dwangbevel buitengerechtelijke incassokosten kon vorderen. De appellant, een natuurlijke persoon, had in eerste aanleg een vordering ingesteld die door de rechtbank was afgewezen. Het hof oordeelde dat de stichting, die als geïntimeerde optrad, slechts aanmaningskosten kon vorderen in overeenstemming met artikel 2 van de Kostenwet Invordering Rijksbelastingen. Het hof merkte op dat de door de stichting opgevoerde buitengerechtelijke kosten niet konden worden toegewezen, omdat deze niet onder het begrip 'aanmaningskosten' vielen. De stichting had in het procesdossier een aantal aanmaningen overgelegd, maar het hof was van mening dat de gevorderde kosten van € 2.413,47 niet gerechtvaardigd waren. Het hof beperkte de aan appellant in rekening te brengen kosten tot € 15,- per aanmaning, wat resulteerde in een totaal van € 105,-. Het hof vernietigde het bestreden vonnis voor zover het de vordering van de stichting betrof en verklaarde het verzet tegen het dwangbevel gegrond, maar alleen voor het gedeelte dat meer dan € 105,- aan kosten betrof. De overige vorderingen werden afgewezen en de kosten van de procedure in hoger beroep werden aan appellant opgelegd. De uitspraak benadrukt de beperkingen die gelden voor pensioenfondsen bij het vorderen van kosten in het kader van incasso.