ECLI:NL:GHARL:2013:BY9408
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Honorering van werkzaamheden door advocaat en bewijsvoering in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 januari 2013, staat de honorering van werkzaamheden door een advocaat centraal. De appellant, die in voorlopige hechtenis zat, had een overeenkomst gesloten met de geïntimeerde advocaat, waarbij de honorering op basis van gewerkte uren zou plaatsvinden. De appellant betwistte de inhoud van deze overeenkomst en stelde dat er een vaste som was overeengekomen. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde voorshands in haar bewijs geslaagd was, omdat zij de opdrachtbevestiging van 4 oktober 2010 had overgelegd, waarin het uurtarief van € 195,00 werd bevestigd. De appellant werd in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren, waarbij het hof benadrukte dat het aanbod tot het leveren van tegenbewijs niet gespecificeerd hoeft te zijn. De grief van de appellant dat de factuur door de Raad van Toezicht had moeten worden begroot, werd verworpen, aangezien deze procedure enkel van toepassing is op declaraties in burgerlijke zaken. Het hof hield iedere verdere beslissing aan in afwachting van de bewijslevering.