ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0688
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.H. Kuiper
- M.E.L. Fikkers
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake pensioenpremies en de toepassing van de Wet Walvis door een pensioenfonds
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid en Stichting Vroegpensioenfonds voor het Bouwbedrijf (hierna gezamenlijk aangeduid als SBB c.s.) tegen Uitzendbureau Swartemeer B.V. De zaak betreft de betaling van pensioenpremies door Swartemeer voor werknemers die onder de Bouw-CAO vallen. In eerste aanleg had de kantonrechter de vordering van SBB c.s. afgewezen, omdat zij onvoldoende bewijs hadden geleverd dat Swartemeer werknemers in dienst had die onder de Bouw-CAO vielen na 1 oktober 2007. SBB c.s. voerden aan dat zij recht hadden op betaling van openstaande facturen, maar Swartemeer betwistte dit en stelde dat zij geen personeel meer in dienst had dat onder de Bouw-CAO viel.
Tijdens het hoger beroep heeft het hof de grieven van SBB c.s. beoordeeld. Het hof oordeelde dat SBB c.s. niet voldoende bewijs hadden geleverd voor hun vorderingen, met uitzondering van twee werknemers waarvoor zij wel bewijs hadden overgelegd. Het hof vond de interpretatie van de Wet Walvis door SBB c.s. ludiek en onbestaanbaar, aangezien deze wet niet het gedrag van de uitvoerder van SBB c.s. kon dekken. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter, behoudens de proceskostenveroordeling, en veroordeelde Swartemeer tot betaling van een bedrag van € 7.034,94, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 22 oktober 2008. De kosten van het hoger beroep werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor pensioenfondsen om hun vorderingen goed te onderbouwen en de verantwoordelijkheden van uitzendbureaus in het kader van de Bouw-CAO en de bijbehorende pensioenverplichtingen.