ECLI:NL:GHARL:2013:CA2193
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Raadkamer
- J. van Schuijlenburg
- A. Anjewierden
- M. de Witt
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor schade door onterecht ondergane detentie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot schadevergoeding van een verzoeker die ten onrechte 270 dagen in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De verzoeker, die in 1953 is geboren, heeft schade geleden als gevolg van deze detentie en vraagt een vergoeding van € 43.350,-. De advocaat van de verzoeker, mr. L.F. Withaar-Weijns, heeft het verzoek ingediend en de behandeling vond plaats in openbare raadkamer op 23 mei 2013.
Het hof heeft vastgesteld dat de verzoeker in eerste aanleg door de rechtbank Zwolle-Lelystad is vrijgesproken van het eerste feit op 9 april 2009 en dat hij op 5 december 2012 ook is vrijgesproken van het tweede feit door het gerechtshof Leeuwarden. De vrijspraak is onherroepelijk geworden op 20 december 2012. Het hof heeft geconcludeerd dat de rapportage van het NFI, die op 4 maart 2009 is opgemaakt, zodanig was dat deze had moeten leiden tot onmiddellijke vrijlating van de verzoeker. Daarom heeft het hof besloten om de forfaitaire bedragen vanaf de datum van de rapportage met 25% te verhogen.
De totale schadevergoeding die het hof toekent aan de verzoeker bedraagt € 26.425,-, inclusief de kosten voor de indiening en behandeling van het verzoek. Het hof heeft de tenuitvoerlegging van dit bedrag bevolen door overmaking op de rekening van Stichting Beheer Derdengelden Withaar te Urk. Het hof wijst het meer of anders verzochte af, waarmee de verzoeker in zijn verzoek tot schadevergoeding grotendeels in het gelijk is gesteld.