ECLI:NL:GHARL:2013:CA2236

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
200.124.227/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkheid van vordering zorgverzekering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [appellant] en Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. In eerste aanleg had de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, op 20 september 2012 een vonnis gewezen waarin Zilveren Kruis Achmea betaling vorderde van achterstallige premies voor een zorgverzekering. De hoofdsom van de vordering bedroeg € 639,-, met bijkomende kosten van € 178,50 en vertragingsrente van € 22,32.

[Appellant] heeft op 19 december 2012 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter. Het hof heeft de zaak op 26 februari 2013 verwezen naar de locatie Leeuwarden voor verdere behandeling. Tijdens de procedure heeft het hof de rolraadsheer [appellant] gevraagd om aan te geven wat zijn belang is bij het hoger beroep, aangezien de vordering van Zilveren Kruis Achmea in eerste aanleg de grens van € 1.750,- niet overschreed, wat de ontvankelijkheid van het hoger beroep in twijfel trok.

In zijn H16-formulier heeft [appellant] aangegeven dat hij van mening is ontvankelijk te zijn in zijn hoger beroep, omdat hij in eerste aanleg ten onrechte is veroordeeld. Het hof heeft echter geoordeeld dat de waarde van de vordering in eerste aanleg op € 839,82 moet worden gesteld, waardoor er geen hoger beroep openstaat tegen het bestreden vonnis. Het hof heeft [appellant] niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep en hem veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep, die zijn begroot op € 683,- voor verschotten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.124.227/01
(zaaknummer rechtbank Zwolle-Lelystad 602813 CV EXPL 12-956)
arrest van de eerste kamer van 4 juni 2013
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: [appellant],
advocaat: mr. M.P.H. Sanders, kantoorhoudend te Doetinchem,
tegen
Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Zilveren Kruis Achmea,
advocaat: mr. G.A. van den Berg, kantoorhoudend te Zeist.
1. Het geding in eerste aanleg
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 20 september 2012 van de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Deventer (hierna: de kantonrechter).
2. Het geding in hoger beroep
2.1 Bij exploot van 19 december 2012 heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen voornoemd vonnis, met dagvaarding van Zilveren Kruis Achmea om op de roldatum 15 januari 2013 ter zitting van het gerechtshof Arnhem te verschijnen.
2.2 Bij arrest van 26 februari 2013 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, de zaak in de stand waarin deze zich bevindt, verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden en bepaald dat de meest gerede partij een exploot tot oproeping van de andere partij - om op een roldatum te verschijnen voor het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden - in het geding kan brengen.
2.3 Bij exploot van 15 maart 2013 heeft [appellant] Zilveren Kruis Achmea opgeroepen op dinsdag 2 april 2013 te verschijnen ter terechtzitting van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden teneinde voort te procederen.
3. De beoordeling
De ontvankelijkheid
3.1 Art. 332 Rv stelt hoger beroep open van in eerste aanleg gewezen vonnissen, tenzij de vordering waarover de rechter in eerste aanleg had te oordelen niet meer dan € 1.750,- beloopt, waarbij voor vorderingen van onbepaalde waarde deze grens ook bestaat indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de waarde van die vordering minder is dan dit bedrag.
3.2 Zilveren Kruis Achmea heeft in eerste aanleg betaling gevorderd van achterstallige premies voor een zorgverzekering. In hoofdsom heeft zij een bedrag van € 639,- gevorderd. Daarnaast vorderde Zilveren Kruis Achmea buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van € 178,50 inclusief BTW en vertragingsrente ad € 22,32.
3.3 Gelet op de hoogte van de vordering van Zilveren Kruis Achmea waarover de kantonrechter in eerste aanleg had te oordelen, heeft de rolraadsheer [appellant] bij brief van 11 april 2013 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over wat, gelet op het bepaalde in art. 332 Rv, zijn belang is bij het ingestelde hoger beroep, nu dat a prima vista niet-ontvankelijk lijkt te zijn.
3.4 In het op 7 mei 2013 ingediende H16-formulier heeft [appellant] - samengevat weergegeven - aangegeven dat hij van mening is ontvankelijk te zijn in zijn hoger beroep, nu hij in eerste aanleg, in persoon procederend, ten onrechte is veroordeeld.
3.5 Het hof oordeelt als volgt. Nu de waarde van de vordering van Zilveren Kruis Achmea in eerste aanleg moet worden gesteld op € 839,82, staat, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geen hoger beroep open tegen het bestreden vonnis. Hetgeen overigens door [appellant] is aangevoerd maakt dat niet anders. [appellant] kan mitsdien niet worden ontvangen in zijn hoger beroep.
3.6 Als de in het ongelijk te stellen partij zal [appellant] worden veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Zilveren Kruis Achmea begroot op € 683,- voor verschotten.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. M.E.L. Fikkers en mr. A.M. Koene, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 4 juni 2013 in bijzijn van de griffier.