ECLI:NL:GHARL:2013:CA2953
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en loonvordering in kort geding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juni 2013 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding, waarin de vraag centraal stond of een loonvordering na ontslag op staande voet toewijsbaar was. De zaak betreft een werknemer, [geïntimeerde], die op 1 april 2001 in dienst trad bij de rechtsvoorganger van Sunpoint. Na een faillissement van dat bedrijf in 2009, werd [geïntimeerde] in 2012 ontslagen op staande voet door Sunpoint, die hem beschuldigde van het te koop aanbieden van goederen die eigendom waren van het bedrijf. [geïntimeerde] heeft het ontslag betwist en vorderde doorbetaling van zijn loon, dat volgens de CAO Metaal en Techniek voor 100% doorbetaald moest worden in geval van arbeidsongeschiktheid.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vorderingen van [geïntimeerde] toegewezen, met uitzondering van de wettelijke verhoging en incassokosten. Sunpoint ging in hoger beroep en voerde aan dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven, omdat [geïntimeerde] zich niet aan de afspraken had gehouden en goederen had ontvreemd. Het hof heeft de grieven van Sunpoint besproken en geconcludeerd dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat het ontslag niet rechtsgeldig was verleend. Het hof oordeelde dat Sunpoint niet voldoende bewijs had geleverd voor de dringende redenen die aan het ontslag ten grondslag lagen. Bovendien werd vastgesteld dat [geïntimeerde] onder de CAO viel die hem recht gaf op doorbetaling van zijn loon gedurende de eerste 24 maanden van arbeidsongeschiktheid.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Sunpoint in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die werkgevers moeten betrachten bij het geven van ontslag op staande voet, vooral in situaties waarin de werknemer zich in een kwetsbare positie bevindt, zoals bij ziekte.