ECLI:NL:GHARL:2014:1105

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 januari 2014
Publicatiedatum
14 februari 2014
Zaaknummer
TBS P13-0238
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van terbeschikkinggestelde in hoger beroep tegen verlenging terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 januari 2014 uitspraak gedaan over het hoger beroep van een terbeschikkinggestelde tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 6 maart 2013, waarbij de terbeschikkingstelling met twee jaar werd verlengd. De terbeschikkinggestelde, die op 11 maart 2013 hoger beroep had ingesteld, heeft op 6 januari 2014 middels een akte intrekking rechtsmiddel zijn beroep ingetrokken. Het hof heeft geconstateerd dat de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman niet aanwezig waren op de zitting, maar heeft desondanks de zaak behandeld.

Het hof heeft de relevante stukken bekeken, waaronder het proces-verbaal van de zitting van 19 september 2013 en het proces-verbaal van het rogatoir horen van 10 december 2013. De advocaat-generaal, mr. G.J. de Haas, was wel aanwezig en heeft het hof van advies gediend.

Het hof oordeelde dat, gezien de intrekking van het hoger beroep, de terbeschikkinggestelde geen belang meer had bij het door hem ingestelde hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheid dat met de behandeling van de zaak reeds een aanvang is gemaakt, niet in de weg staat aan de niet-ontvankelijkverklaring. De beslissing van het hof was dan ook om de terbeschikkinggestelde niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep.

Uitspraak

TBS P13/0238
Beslissing d.d. 9 januari 2014
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [kliniek].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 6 maart 2013, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • het proces-verbaal van de zitting van dit hof van 19 september 2013;
  • het proces-verbaal van rogatoir horen van de terbeschikkinggestelde van
10 december 2013;
- de akte intrekking van 6 januari 2014.
Het hof heeft ter zitting van 9 januari 2014 gehoord de advocaat-generaal mr. G.J. de Haas. De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman mr. J.A. Huibers, advocaat te Amsterdam, zijn op deze zitting niet verschenen.

Overwegingen:

De rechtbank heeft op 6 maart 2013 de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde verlengd met een termijn van twee jaar. Hiertegen heeft de terbeschikkinggestelde op
11 maart 2013 hoger beroep ingesteld. Het hof heeft op 19 september 2013 de zaak behandeld en aangehouden voor onbepaalde tijd teneinde de terbeschikkinggestelde rogatoir te horen. Op 10 december 2013 is de terbeschikkinggestelde rogatoir gehoord. De terbeschikkinggestelde heeft op 6 januari 2014 het door hem ingestelde beroep middels een akte intrekking rechtsmiddel ingetrokken.
Op grond van de intrekking van het hoger beroep neemt het hof aan dat betrokkene geen belang meer heeft bij het door hem ingestelde hoger beroep. Het hof is, gehoord de advocaat-generaal, van oordeel dat de terbeschikkinggestelde niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn hoger beroep. Naar het oordeel van het hof staat de omstandigheid dat met de behandeling van de zaak reeds een aanvang is gemaakt niet aan een niet-ontvankelijkverklaring in de weg.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde]
niet-ontvankelijkin het tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 6 maart 2013 ingestelde hoger beroep.
Aldus gedaan door
mr. Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr. J.W. Rijkers en mr. M. Keppels als raadsheren,
en dr. L. Kaiser en dr. A. Verheugt als raden,
in tegenwoordigheid van mr. N.D. Mavus-ten Elshof als griffier,
en op 9 januari 2014 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.