Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
[geboortedatum] in de gemeente [woonplaats] geboren de thans nog minderjarige [minderjarige] (hierna: [minderjarige]). De man heeft de minderjarige erkend. De minderjarige heeft het hoofdverblijf bij de vrouw.
7 februari 2011 op € 350,- per maand te bepalen. De man heeft geen verweerschrift ingediend.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Ten aanzien van de ontvankelijkheid
De vrouw heeft gesteld dat de man reeds korte tijd nadat de beschikking van 28 september 2011 was gegeven van het bestaan van deze beschikking op de hoogte was. Ter zitting heeft de vrouw aangevoerd dat de man in ieder geval op 23 februari 2012 op de hoogte was van de inhoud van de bestreden beschikking, nu mr. Jonker-Van Dijk op die datum een brief namens de man aan mr. Van Daatselaar heeft verzonden waarin de man heeft aangegeven dat hij niet in staat is de vastgestelde kinderalimentatie te voldoen en dat hij spoedig een verzoekschrift tot wijziging van de vastgestelde kinderalimentatie bij de rechtbank zal indienen. De advocaat van de vrouw heeft deze brief ter zitting - op verzoek van het hof - aan het hof getoond. Derhalve is het hof van oordeel dat de man in ieder geval op 23 februari 2012 heeft kennisgenomen van de bestreden beschikking. Dit betekent dat het beroepschrift niet tijdig, buiten de termijn van drie maanden te rekenen vanaf 23 februari 2012, is ingediend. Derhalve kan de man niet worden ontvangen in het door hem ingestelde hoger beroep van de beschikking van 28 september 2011 van de rechtbank Assen.
€ 2.087,-.
6.De slotsom
7.De beslissing
mr. D.J. Buijs, uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 8 april 2014 in bijzijn van de griffier.