Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
(zaaknummer rechtbank C/17/127120 / FA RK 13-831)
de moeder,
de raad.
1.Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland,
BJZ,
2.[belanghebbende],
de vader,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder had gedurende tien jaar geen deel uitgemaakt van de opvoeding van de kinderen vanwege persoonlijke problematiek, waaronder psychische problemen en verslaving. De rechtbank Noord-Nederland had eerder, op 24 juli 2013, de moeder ontheven van het gezag over de kinderen, wat de aanleiding vormde voor het hoger beroep van de moeder. In haar beroepschrift verzocht de moeder om vernietiging van de eerdere beschikking en om afwijzing van het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming.
Het hof heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld en vastgesteld dat de moeder ongeschikt en onmachtig is om de zorg voor de kinderen op zich te nemen. De moeder had in de afgelopen jaren geen stabiele situatie kunnen bieden en was lange tijd niet beschikbaar voor de kinderen. Het hof heeft ook de mening van de minderjarigen in overweging genomen, waarbij [minderjarige 1] gehoord is door een raadsheer-commissaris. De mondelinge behandeling vond plaats op 6 maart 2014, waarbij de moeder, haar advocaat, vertegenwoordigers van de Raad en de vader aanwezig waren.
De beslissing van het hof om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen, is gebaseerd op de conclusie dat de moeder, ondanks enige recente positieve ontwikkelingen, niet in staat is om de zorg en opvoeding van de kinderen ter hand te nemen. De kinderen hebben behoefte aan stabiliteit en zorg, die zij niet van de moeder kunnen verwachten. Het hof benadrukt dat de ontheffing van het gezag niet betekent dat de moeder geen rol meer speelt in het leven van de kinderen, maar dat zij zich moet richten op contact met hen zonder invloed uit te oefenen op de opvoedingsbeslissingen.