ECLI:NL:GHARL:2014:4149

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 mei 2014
Publicatiedatum
22 mei 2014
Zaaknummer
ks 21-002289-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor afpersing en diefstal met geweld in megazaak Golfclub

In deze zaak, die bekend staat als de megazaak Golfclub, heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte, die als leider van een groep van minstens zes personen werd beschouwd, is veroordeeld voor afpersing in vereniging, een poging daartoe en diefstal met geweld. De feiten vonden plaats in een boerderij te Tripscompagnie, waar de slachtoffers, [benadeelde1] en [slachtoffer1], onder valse voorwendselen naartoe werden gelokt. Eenmaal daar werden zij mishandeld, bedreigd met vuurwapens en vastgebonden. De verdachte en zijn mededaders eisten geld van de slachtoffers, waarbij ze hen onder druk zetten en geweld gebruikten. De verdachte werd ook verantwoordelijk gehouden voor een woningoverval in Froombosch, waarbij onder andere hennep en een auto werden gestolen. Het hof oordeelde dat de betrokkenheid van de verdachte bij de woningoverval voldoende was bewezen op basis van getuigenverklaringen en forensisch bewijs, waaronder een sigarettenpeuk met zijn DNA. De verdachte ontkende de beschuldigingen en stelde dat hij niet de leiding had, maar het hof achtte hem wel degelijk de leider van de groep. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van 9 jaar opgelegd, wat het hof bevestigde, ondanks de medische situatie van de verdachte, die geen aanleiding gaf voor een lichtere straf. De vorderingen van de benadeelde partijen werden ook toegewezen, met schadevergoedingen voor immateriële schade.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002289-13
Uitspraak d.d.: 26 mei 2014
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 27 december 2012 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18-670661-11 en 18-670078-12, 18-830193-12, tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1976],
thans verblijvende in PI Noord, gevangenis De Marwei te Leeuwarden.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 17 juni 2013, 24 juni 2013, 11 september 2013, 2 december 2013, 20 februari 2014, 7, 8 en 9 april 2014, 12 mei 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van de feiten 1A, 1B, 2 en 3A van zaak 18-830193 en het in de zaak 18-670078-12 primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van voorarrest. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde2] en de benadeelde partij [benadeelde1] dienen hoofdelijk te worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en in het geval van [benadeelde1] vermeerderd met de wettelijke rente. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. H.W. Knottenbelt, naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 18-670661-11 (Mineermot) primair en subsidiair ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is - voor zover in hoger beroep van belang - ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 18-830193-12 (Zeespin):
1A:
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [adres] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, genaamd [benadeelde1] en/of [slachtoffer1], te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met dat oogmerk tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- die [benadeelde1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- op die [benadeelde1] is gaan zitten, en/of
- de handen van die [benadeelde1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de handen van die [slachtoffer1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de benen van die [benadeelde1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [benadeelde1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [slachtoffer1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [benadeelde1] gezet en/of gehouden, althans aan die [benadeelde1] getoond, en/of
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

EN/OF
1B:
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [adres] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
€ 320, althans geld en/of een simkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
een telefoontoestel en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- die [benadeelde1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- op die [benadeelde1] is gaan zitten, en/of
- de handen van die [benadeelde1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de handen van die [slachtoffer1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de benen van die [benadeelde1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [benadeelde1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [slachtoffer1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [benadeelde1] gezet en/of gehouden, althans aan die [benadeelde1] getoond, en/of
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten.
2:
hij in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [adres] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, te weten [slachtoffer2] en/of diens echtgenote [slachtoffer3] en/of hun/diens zoon(tje) [slachtoffer4] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.000,- euro, althans geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- (een) (papieren) zak(ken) over het hoofd/de hoofden van die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- de handen van die [slachtoffer2] op diens rug heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- die [slachtoffer2] de woorden heeft toegevoegd en/of doen toevoegen: "Zij moeten twee ton aan geld van je hebben", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen op die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] heeft gericht en/of gericht gehouden, althans aan die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] getoond, en/of
- die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten.
3A:
hij in of omstreeks de nacht van 10 december 2011 op 11 december 2011, te Froombosch, in elk geval in de gemeente Slochteren, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit/nabij de woning [adres] heeft weggenomen
- een geldbedrag van ongeveer 80 euro, althans een geldbedrag, en/of
- twee, althans een of meer mobiele telefoontoestellen, en/of
- een of meerdere hennepplanten en/of henneptoppen en/of hennepbladeren, en/of
- twee, althans een of meerdere spaarpotten, en/of
- twee, althans een of meerdere laptops, en/of
- twee, althans een of meerdere (auto)sleutels, en/of
- een kentekenbewijs, en/of
- een overschrijvingsbewijs, en/of
- een auto,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer6] en/of [benadeelde2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een mes aan die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] heeft getoond en/of getoond gehouden, en/of
- die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil met jou zaken doen" en/of "Je hebt een hele grote hennepkwekerij" en/of "Ik wil nu geld zien" en/of "Je moet geld regelen" en/of "Ik neem je auto dan wel mee", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer6] heeft gestompt en/of geslagen.
EN/OF
3B:
hij in omstreeks de nacht van 10 december 2011 op 11 december 2011, te Froombosch, in elk geval in de gemeente Slochteren, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer6] en/of [benadeelde2] heeft gedwongen tot de afgifte van
- een geldbedrag van ongeveer 80 euro, althans een geldbedrag, en/of
- twee, althans een of meer mobiele telefoontoestellen, en/of
- een of meerdere hennepplanten en/of henneptoppen en/of hennepbladeren, en/of
- twee, althans een of meerdere spaarpotten, en/of
- twee, althans een of meerdere laptops, en/of
- twee, althans een of meerdere (auto)sleutels, en/of
- een kentekenbewijs, en/of
- een overschrijvingsbewijs, en/of
- een auto,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, en/of
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een mes aan die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] heeft getoond en/of getoond gehouden, en/of
- die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil met jou zaken doen" en/of "Je hebt een hele grote hennepkwekerij" en/of "Ik wil nu geld zien" en/of "Je moet geld regelen" en/of "Ik neem je auto dan wel mee", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer6] heeft gestompt en/of geslagen.
Zaak met parketnummer 18-670078-12:
1 primair:
hij op of omstreeks 13 februari 2011, in de gemeente Delfzijl, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een (voor)deur en/of een ruit van de woning [adres], welk geweld bestond uit trappen en/of schoppen tegen de (voor)deur en/of het ingooien van en/of trappen tegen een raam van die woning.
1
subsidiair:
hij op of omstreeks 13 februari 2011, in de gemeente Delfzijl, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een (voordeur) en/of een raam van de woning [adres], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Acantus, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De raadsman heeft bepleit dat verdachte van het in de zaak 18-670078-12 (feiten 3A en 3B, zaak Mantis) ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Hiertoe heeft hij - kort gezegd - aangevoerd dat de belastende verklaring van [getuige1] niet betrouwbaar is en uitgesloten dient te worden van het bewijs. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat het heel goed mogelijk is dat de sigarettenpeuk die bij de groene VW Golf is aangetroffen en waarop DNA van verdachte bleek te zitten, uit de auto is gevallen. Verdachte heeft vaak in de betreffende auto gezeten en op foto's die zich in het dossier bevinden is te zien dat er allerlei troep in de auto ligt. Dat de verbalisanten hebben gerelateerd dat het een 'verse' peuk betrof, betekent dat de peuk nog niet lang buiten lag. Niet gebleken is dat de sigaret kort daarvoor (ter plaatse) is gerookt. Nu niet vast te stellen is dat verdachte ten tijde van het delict bij de groene VW Golf is geweest, en ander bewijs voor betrokkenheid bij de woningoverval op [slachtoffer6] en [benadeelde2] ontbreekt, dient verdachte van dit feit te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Uit het dossier blijkt het volgende.
Op 11 december 2011 omstreeks 04:15 uur zijn aangevers [slachtoffer6] en [benadeelde2] in hun woning aan de [adres] te Froombosch overvallen. Toen zij wakker werden stonden er twee mannen in hun slaapkamer, waarvan 1 vermomd met een bivakmuts en met een mes in zijn hand. Onder geweld en bedreiging met geweld zijn er vervolgens diverse goederen buitgemaakt, waaronder telefoons, laptops, hennep en de auto van [slachtoffer6].
Getuige [getuige2] liep in de nacht van 10 op 11 december 2011 rond 04:20 uur op de [adres] te Froombosch. Hij heeft verklaard dat toen hij ongeveer ter hoogte van het adres [adres] 23 was, ongeveer twee percelen van het huis van aangevers [slachtoffer6] en [benadeelde2] af, hij een voordeur hoorde dichtklikken. Omdat [getuige2] hond begon te grommen, draaide hij zich om. [getuige2] zag toen dat er een man in zijn richting kwam lopen. De man had een oranje tas bij zich van de Albert Heijn. Toen de man [getuige2] passeerde, zag [getuige2] dat de man 2 laptops in de tas had zitten. De onderkant van de tas leek bol van vorm, alsof de laptops ergens op stonden. Het viel [getuige2] op dat de man enorm naar weed rook. [getuige2] is achter de man aangelopen. Op een gegeven moment begon de man te rennen. Hij rende in de richting van de vrachtwagenparkeerplaats en daar stond een VW Golf. Bij deze auto stonden drie personen. De man rende naar de auto toe en sprak de mensen aan. Eén van de mannen begon te schelden op de man met de tas. [getuige2] heeft de politie gebeld en de politie bleek kort daarna de door [getuige2] omschreven man te hebben aangehouden. Dit bleek medeverdachte [medeverdachte3] te zijn.
Uit het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 december 2011 op pagina 1 van het dossier Mantis, blijkt dat [getuige2] ook tegen de politie heeft gezegd dat de man de oranje tas in de VW Golf in de VW Golf heeft gedaan.
Voorts blijkt uit datzelfde proces-verbaal van bevindingen, dat de ter plaatse gekomen verbalisanten op de [adres] te Froombosch ter hoogte van de sportvelden een groene Volkswagen Golf aan hebben getroffen. De sleutel zat nog in het contact en er lag een oranje plastic tas op de hoedenplank. Naast het portier van de passagier is een filtersigarettenpeuk aangetroffen. Verbalisant hebben gerelateerd dat er geen verkleuringen van vocht in het papier zaten en dat de peuk "zeer recent leek te zijn weggegooid". De peuk is veiliggesteld en onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut. Het onderzoek heeft uitgewezen dat er op de peuk celmateriaal zat, waarvan de kenmerken overeenkwamen met het celmateriaal dat van verdachte werd afgenomen (berekende frequentie dat een willekeurig gekozen persoon celmateriaal met dezelfde kenmerken bezit: één op één miljard).
Voorts blijkt uit voornoemd proces-verbaal dat toen de verbalisanten ter plaatse waren, zij hoorden dat er een auto werd gestart. Vervolgens passeerde hen een grijze Volkswagen Golf, met het kenteken TS-JH-96. De auto reed door richting de [straat]. Deze Volkswagen Golf is door verbalisanten later aangetroffen aan de [straat] te Slochteren. De auto stond achterstevoren half in de sloot.
[getuige1] - destijds de vriendin van verdachte - heeft meerdere verklaringen afgelegd. Bij de rechter-commissaris heeft zij onder meer verklaard: "Ik weet dat ze een overval hebben gepleegd op een woning in Froombosch. Dit betreft de woning van [slachtoffer6]. [verdachte], [medeverdachte10] en [medeverdachte12] waren op de uitkijk blijven staan. Ze waren bij de voetbalvelden blijven staan." Bij de rechter-commissaris heeft [getuige1] verklaard: "[verdachte] heeft die dag zelf aan mij verteld wat er is gebeurd. Hij zei dat ze iets overvallen hadden. (…) De avond van de overval heeft [verdachte] mij weggebracht met de auto. (…) Ik ben in de stad afgezet. (…) Ik had een tas met kleren bij me toen ik was opgehaald. Die tas stond nog in de auto. Ik vroeg [verdachte] toen ik uit de stad weer werd opgehaald waar de auto was. Hij vroeg of mijn ID ook in de tas zat. Hij zei toen dat we niet naar de auto konden omdat daar allemaal politie was. Het was op zondagochtend op TV Noord dat er een gewapende overval had plaatsgevonden in Froombosch. [verdachte] vertelde mij nog wel wat. Onderling hadden ze (het hof begrijpt: [verdachte] en zijn mededaders) het er met elkaar over. Ze zeiden dat het dom was dat ze de spullen in de auto van die jongen hadden gedaan, ze hadden gelijk weg moeten gaan."
De raadsman van verdachte heeft ter onderbouwing van zijn stelling dat voornoemde verklaring van [getuige1] onbetrouwbaar is, aangevoerd dat [getuige1] niet bij de overval aanwezig was en dat ze hetgeen zij heeft verklaard van verschillende personen heeft gehoord, waarbij onduidelijk is van wie ze wat heeft gehoord. Dat verdachte [getuige1] zou hebben bedreigd, wordt betwist. Hierover heeft ze wisselend en tegenstrijdig verklaard. Er is ook informatie over de overval in Froombosch op Teletekst en op RTV Noord uitgezonden. Het is mogelijk dat haar verklaring daardoor is beïnvloed, aldus de raadsman.
Het hof stelt vast dat [getuige1] duidelijk heeft verklaard dat ze hetgeen hierboven is weergegeven rechtstreeks van verdachte en zijn mededaders heeft gehoord en niet van anderen. Het hof acht deze verklaring in zoverre betrouwbaar. Het betreft een gedetailleerde verklaring en de uitlating "ze zeiden dat het dom was dat ze de spullen in de auto van die jongen hadden gedaan, ze hadden gelijk weg moeten gaan", betreft zogenoemde daderinformatie. Dit is af te leiden uit de verklaring van getuige [getuige3]. Zij was op 11 december 2011 omstreeks 06:20 uur op weg naar haar werk en reed op de [straat]. Ongeveer 500 meter vanaf de kruising met de [straat] zag zij een auto in de berm staan. Ze zag dat dit een witte (het hof begrijpt: grijze) VW Golf was. De auto stond met de achterkant boven de sloot. [getuige3] verklaart: "Ik zag mensen om de auto heen lopen. Ik zag toen dat er een donkere auto midden op de weg stond. Ik moest om de auto heen rijden. Toen ik deze auto voorbij reed zag ik dat een man iets vanuit de Golf pakte en dit naar de donkere auto bracht. Ik zag toen ook dat de bestuurder nog achter het stuur van de auto zat." Gelet op deze verklaring neemt het hof aan dat toen verdachten zeiden dat het dom was dat ze de spullen in de auto van die jongen hadden gedaan, ze de auto van aangever [slachtoffer6] bedoelden. Uit de verklaring van [getuige3] blijkt immers dat er inderdaad goederen in de auto van [slachtoffer6] zijn gedaan, waarna ze zijn overgeheveld in de andere, onbekende auto. Getuige [getuige3] heeft pas contact met de politie opgenomen nadat zij in de loop van de zondag hoorde van de overval in Froombosch. Haar getuigenverklaring is enkele dagen later opgenomen. Het hof acht het uitermate onwaarschijnlijk dat [getuige1] op die zondag al via de media of anderen dan [verdachte] en zijn medeverdachten heeft kunnen vernemen van een mogelijke overdracht van goederen vanuit de lichte VW Golf naar de donkere VW Golf.
Naast het voorgaande, draagt het feit dat er in de groene VW Golf daadwerkelijk een tas met kleren van [getuige1] is aangetroffen, bij aan de betrouwbaarheid van haar verklaring.
Het hof acht de verklaring van getuige [getuige1] betrouwbaar. Het deel van haar verklaring waarin zij belastend verklaard ten aanzien van verdachte kan voor het bewijs worden gebruikt.
Op basis van de verklaring van [getuige1], in samenhang met de aangetroffen sigarettenpeuk, acht het hof boven redelijke twijfel verheven dat verdachte bij de woningoverval in Froombosch is betrokken. Uit het voorgaande blijkt tevens dat er tussen de verdachten een nauwe en bewuste samenwerking bestond. Het hof acht het in de zaak 18-830193-12 onder 3A derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Van het in de zaak 18-830193-12 onder 3B ten laste gelegde afpersing zal verdachte wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs worden vrijgesproken.
Zaak met parketnummer 18-670078-12 primair
Op 15 februari 2011 heeft aangever [aangever] aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat er op 13 februari 2011 iemand tegen zijn voordeur trapte. Daarna hoorde en zag hij dat het grote raam in zijn woonkamer werd vernield. [medeverdachte10] heeft verklaard dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte9] bij de woning van aangever uit de auto zijn uitgestapt. Er werden stokken meegenomen. Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof verklaard dat hij tegen de voordeur heeft getrapt en dat een ander de ruit kapot heeft geslagen. Het hof acht gezien het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander openlijk geweld heeft gepleegd tegen goederen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging gekregen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-830193-12 onder 1A, 1B, 2, 3A, en in de zaak met parketnummer 18-670078-12 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 18-830193-12:

1.A:hij in de periode van 29 juli 2011tot en met 1 augustus 2011, inde boerderij [adres] te Tripscompagnie, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een persoon genaamd [benadeelde1] te dwingen tot de afgifte van geld met dat oogmerk tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s),

- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] tegen het hoofd en/of tegen de rug heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en
- die [benadeelde1] messen getoond en hierbij die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", of
- op die [benadeelde1] is gaan zitten, en
- de handen van die [benadeelde1] op diens rug heeft vastgebonden en
- de handen van die [slachtoffer1] op diens rug heeft vastgebonden en
- de benen van die [benadeelde1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [benadeelde1] heeft gedaan en/of gehouden, en
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [slachtoffer1] heeft gedaan en/of gehouden, en
- die [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en "Waar heb je je geld" en "Hoeveel ligt er bij je vriendin, en
- pistolen tegen het hoofd van die [benadeelde1] gezet en/of gehouden, en
- die [benadeelde1] en die [slachtoffer1] gedurende genoemde periode, in die boerderij heeft vast gehouden en bewaakt en aldus heeft voorkomen dat die [benadeelde1] en die [slachtoffer1] die boerderij konden verlaten,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

EN
1B:
hij in de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij [adres] te Tripscompagnie, tezamen en in vereniging met anderen, het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
€ 320, en een simkaart, toebehorende aan [benadeelde1], en
een telefoontoestel en een portemonnee, toebehorende aan [slachtoffer1],
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken,
welk geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders,
- die [benadeelde1] en/of die [slachtoffer1] tegen het hoofd en/of tegen de rug heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en
- op die [benadeelde1] is gaan zitten, en
- de handen van die [benadeelde1] op diens rug heeft vastgebonden en
- de handen van die [slachtoffer1] op diens rug heeft vastgebonden.
hij in de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij [adres] te Tripscompagnie, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer2] en/of diens echtgenote [slachtoffer3] en/of hun/diens zoon [slachtoffer4] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.000,- euro, toebehorende aan die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer3],
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders,
- die [slachtoffer2] en/of die [slachtoffer4] tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en
- (papieren) zakken over de hoofden van die [slachtoffer2] en die [slachtoffer4] heeft gedaan en/of gehouden, en
- de handen van die [slachtoffer2] op diens rug heeft vastgebonden en vastgebonden gehouden, en
- die [slachtoffer2] de woorden heeft toegevoegd en/of doen toevoegen: "Zij moeten twee ton aan geld van je hebben", en
- pistolen aan die [slachtoffer2] en die [slachtoffer4] getoond en
- die [slachtoffer2] en die [slachtoffer4] gedurende enige uren in die boerderij heeft vast gehouden en bewaakt en aldus heeft voorkomen dat die [slachtoffer2] en die [slachtoffer4] die boerderij konden verlaten.
3A:
hij in de nacht van 10 december 2011 op 11 december 2011, te Froombosch, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres] heeft weggenomen
- een geldbedrag van ongeveer 80 euro, en
- meerdere mobiele telefoontoestellen, en
- meerdere hennepplanten en/of henneptoppen en/of hennepbladeren, en
- twee spaarpotten, en
- twee laptops, en
- twee autosleutels, en
- een kentekenbewijs, en
- een overschrijvingsbewijs, en
- een auto,
toebehorende aan [slachtoffer6] en/of [benadeelde2], waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van braak en inklimming,
en welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
- een mes aan die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] heeft getoond en getoond gehouden, en
- die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil met jou zaken doen" en/of "Je hebt een hele grote hennepkwekerij" en/of "Ik wil nu geld zien" en/of "Je moet geld regelen" en/of "Ik neem je auto dan wel mee", en
- die [slachtoffer6] heeft gestompt.
Zaak met parketnummer 18-670078-12:
1 primair:
hij op 13 februari 2011, in de gemeente Delfzijl, met een ander, op of aan de openbare weg, de [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een voordeur en een ruit van de woning [adres], welk geweld bestond uit trappen en/of schoppen tegen de voordeur en/of het ingooien van een raam van die woning.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 18-830193-12 onder 1A bewezenverklaarde levert op:
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
en het in die zaak onder 1B bewezenverklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 18-830193-12 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het in de zaak met parketnummer 18-830193-12 onder 3A bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het in de zaak met parketnummer 18-670078-12 primair bewezen verklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan ernstige misdrijven, waaronder afpersing, een poging daartoe en diefstal met geweld. Deze feiten vonden plaats in een afgelegen boerderij in Tripscompagnie en zijn gepleegd door een groep van (in ieder geval) 6 verdachten. Verdachte maakte deel uit van deze groep.
Vanuit die groep is op een bepaald moment het plan gevat om [benadeelde1] af te persen. [benadeelde1] en [slachtoffer1] zijn vervolgens met een smoes naar de boerderij gehaald. In de boerderij werden zij direct aangevallen door personen die vermomd waren met bivakmutsen. Ze zijn vervolgens mishandeld en vastgebonden. Ondertussen werden de spullen die zij bij zich hadden - geld, telefoon, een simkaart, portemonnee - weggenomen. [benadeelde1] en [slachtoffer1] kregen een zak of tas over het hoofd en zijn vastgehouden en bewaakt. Daarbij werd er geld van [benadeelde1] geëist. Op een gegeven moment zijn er zelfs pistolen tegen zijn hoofd gehouden en zijn hem messen getoond, waarbij werd gezegd dat als hij zich niet stil zou houden er een oor afgesneden zou worden. [benadeelde1] en [slachtoffer1] zijn uiteindelijk een heel weekend in de boerderij vastgehouden.
Toen gedurende het weekend bleek dat [benadeelde1] niet over (voldoende) geld beschikte, is er een plan gemaakt om een ander - [slachtoffer2] - af te persen. [benadeelde1] moest contact leggen met de hem bekende [slachtoffer2], zodat ook hij onder valse voorwendselen naar de boerderij kon worden gelokt. Toen [slachtoffer2] werd opgehaald, onwetend over wat er ging gebeuren, nam hij zijn veertienjarige zoon mee. In de boerderij wachtte hen hetzelfde lot als [benadeelde1] en [slachtoffer1]. [slachtoffer2] en zijn zoon [slachtoffer4] zijn mishandeld, bedreigd met pistolen, er zijn zakken over hun hoofden gedaan en [slachtoffer2] is vastgebonden. [slachtoffer4] is op een gegeven moment van zijn vader gescheiden en in een aparte kamer vastgehouden, terwijl zijn vader werd afgeperst. Uiteindelijk bleken [slachtoffer2] en/of zijn vrouw [slachtoffer3] een bedrag van € 15.000,- te kunnen opbrengen. [slachtoffer4] heeft hiertoe zijn moeder moeten bellen, waarna het geld door twee medeverdachten is opgehaald. Pas toen het geld was ontvangen, mochten [benadeelde1], [slachtoffer1], [slachtoffer2] en zijn zoon de boerderij verlaten.
Verdachte, ook wel [verdachte] genoemd, heeft van begin tot eind een uiterst belangrijke rol gespeeld bij voornoemde feiten. Hij is betrokken geweest bij zowel het plan om [benadeelde1] af te persen, en toen dat tot niets leidde, om [slachtoffer2] af te persen. Verdachte heeft de slachtoffers mishandeld en met vuurwapens bedreigd. Ook was hij degene die [benadeelde1] en later [slachtoffer2] onder druk zette om het geld te betalen. Anders dan de verdediging ter zitting heeft bepleit - volgens verdachte lag het initiatief van de feiten bij [medeverdachte8] en is verdachte ongewild bij de feiten betrokken geraakt - ziet het hof verdachte als leider van de groep. Dit valt uit meerdere omstandigheden af te leiden. Belangrijk in dat kader is dat verdachte aan zowel de slachtoffers als aan medeverdachten opdrachten gaf. [benadeelde1] heeft bijvoorbeeld verklaard dat hij van [verdachte] moest regelen dat [slachtoffer2] naar de boerderij kwam. Later richtte [verdachte] een pistool op [benadeelde1] met de opdracht om [slachtoffer3] te bellen. Uit de verklaring van [medeverdachte1] blijkt voorts dat [verdachte] degene was die [slachtoffer4] verplichtte om zijn moeder te bellen. Daarnaast had verdachte ook invloed op het toegepaste geweld, zo blijkt uit de verklaring van [slachtoffer1]. Het was verdachte die iemand opdracht gaf om [slachtoffer1] een klap te geven. Het feit dat verdachte tegen [slachtoffer1] heeft gezegd dat hij "zijn werk wel had gedaan" en dat hij naar de woonkamer mocht maar de boerderij niet mocht verlaten, bevestigt dat verdachte zeggenschap had over het verloop van de gebeurtenissen en de rollen/taken van de aanwezigen. Dit geldt ook voor het feit dat [medeverdachte7] in gesprekken tussen verdachte en [medeverdachte8] hoorde dat de man ([slachtoffer2]) geld moest betalen en hoorde dat verdachte tegen [medeverdachte10] zei dat "het niet lang meer ging duren". Veelzeggend is ten slotte de verklaring van [medeverdachte7] inhoudende: "Ik heb gehoord dat [verdachte] tegen de man schreeuwde dat als de man niet ging bellen en niet ging betalen dat hij het zoontje van de man iets zou aandoen. Uiteindelijk heeft de man gebeld. Het geld is toen opgehaald. [verdachte] beslist dan dat alle gegijzelden vrijgelaten moeten worden. [verdachte] heeft mij toen opdracht gegeven om de woonkamer op te ruimen". Dat verdachte de helft van het geld heeft gekregen en de medeverdachten kleine gedeeltes, maakt het beeld van verdachte als leider compleet.
De rechtbank heeft in het vonnis terecht overwogen dat de beschreven gebeurtenissen voor de slachtoffers - waaronder een jongen van nog maar 14 jaar - zeer beangstigend en bedreigend moeten zijn geweest. Dit geldt ook voor [slachtoffer3], die onder druk werd gezet om geld te betalen voor haar man en zoon. Door het handelen van verdachte en de medeverdachten is ernstig inbreuk gemaakt op hun lichamelijke en psychische integriteit. [benadeelde1] heeft bij zijn ingediende vordering treffend verwoord dat hij in doodsangst heeft verkeerd en dat het gebeuren een grote impact op zijn leven heeft gehad. Dat het gezin van [slachtoffer2] geen aangifte heeft durven doen, spreekt in dit verband voor zich.
Het betreffen verwerpelijke feiten. Het hof rekent het de verdachte ernstig aan dat hij geen oog heeft gehad voor de gevolgen die zijn handelen voor de slachtoffers zouden hebben en dat hij zich kennelijk heeft laten leiden door motieven van persoonlijk financieel gewin. Verdachte kwam in dit kader veel verantwoordelijkheid toe, vanwege zijn leeftijd
- verdachte was bijna 35, terwijl de medeverdachten jongvolwassenen of zelfs minderjarig waren - en vanwege het overwicht dat hij (mede daardoor) op de andere verdachten had. De advocaat-generaal heeft terecht gesteld dat als iemand had moeten optreden om de gebeurtenissen te stoppen, dit verdachte had moeten zijn. Het hof acht het kwalijk dat verdachte zijn eigen rol heeft proberen af te zwakken en geen verantwoordelijkheid heeft genomen.
Op 11 december 2011 heeft verdachte zich samen met anderen opnieuw schuldig gemaakt aan een gewelddadig vermogensdelict.
[slachtoffer6] en diens vriendin [benadeelde2] zijn die nacht in hun woning overvallen terwijl ze in bed lagen. Toen zij wakker werden stonden er twee mannen in hun slaapkamer, waarvan één vermomd met een bivakmuts en een mes in zijn hand. Er is geweld toegepast jegens [slachtoffer6] en beide aangevers zijn met een mes bedreigd - er werd onder meer met het mes in het matras gestoken. Er zijn diverse goederen, waaronder geld, laptops, mobiele telefoons, hennep en een auto buitgemaakt. Hierdoor is bij de slachtoffers niet alleen vermogensschade veroorzaakt maar ook een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van hen. Dergelijke overvallen zijn doorgaans ingrijpende gebeurtenissen voor slachtoffers. Uit de toelichting op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde2] blijkt dat dit ook in dit geval geldt. [benadeelde2] voelt zich niet meer veilig als zij alleen thuis is, terwijl de woning een plek bij uitstek is waar men zich veilig moet kunnen voelen.
Het hof rekent het verdachte ernstig aan dat hij en zijn mededader(s) zich hier kennelijk niet om hebben bekommerd.
Ten slotte heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, waarmee hij schade aan de woning van aangever heeft veroorzaakt
Uit een verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 14 maart 2014 blijkt dat verdachte meermalen is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder geweldsdelicten. Hem zijn onder meer onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd. Deze straffen hebben hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te begaan.
Bij de strafoplegging houdt het hof voorts rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals die blijken uit de rapportages die zich in het dossier bevinden en zoals die ter terechtzitting van het hof zijn besproken. Verdachte verkeert in een slechte lichamelijke gezondheid. Hij heeft op 3 juli 2013 een hartoperatie ondergaan, waarbij hij een nieuwe hartklep heeft gekregen. Verdachtes medische situatie is nog steeds moeizaam en zorgelijk. De inrichting waar verdachte verblijft heeft naar de mening van verdachte onvoldoende gekwalificeerde begeleiding en heeft blijkens overgelegde stukken in december 2013 niet tijdig gereageerd op signalen van verdachte, toen hij - naar later bleek - een hartinfarct heeft doorgemaakt. Verdachte ervaart al met al veel stress in de inrichting, hetgeen nadelig is voor zijn gezondheid. De verdediging heeft het hof verzocht hiermee rekening te houden.
De ernst van de bewezenverklaarde feiten en de rol die verdachte daarbij vervulde, rechtvaardigen oplegging van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Anders dan de advocaat-generaal acht het hof de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf passend en noodzakelijk. Verdachtes gezondheid geeft geen aanleiding voor een andere, lichtere straf, nu de voor verdachtes medische situatie noodzakelijke voorzieningen in de inrichting mogen worden geacht aanwezig te zijn en er onvoldoende aanknopingspunten zijn verdachte als detentieongeschikt aan te merken.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 750,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3A bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van ontstaan van de schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1A en 1B bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De verdediging heeft de vordering niet betwist. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]

Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat zij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep niet voort en kan het hof niet op die vordering beslissen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 57, 141, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 18-670661-11 primair en subsidiair ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-830193-12 onder 1A, 1B, 2, 3A, en in de zaak met parketnummer 18-670078-12 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18-830193-12 onder 1A, 1B, 2, 3A en in de zaak met parketnummer 18-670078-12 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde2] ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde2], een bedrag te betalen van
€ 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde1] ter zake van het onder 1A, 1B bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.600,00 (duizend zeshonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde1], een bedrag te betalen van
€ 1.600,00 (duizend zeshonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
26 (zesentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Aldus gewezen door
mr. T.H. Bosma, voorzitter,
mr. G. Dam en mr. G.M. Meijer-Campfens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman, griffier,
en op 26 mei 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.