Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
slijtage” leidt naar het oordeel van het hof niet tot onduidelijkheid over de betekenis van deze uitsluitingsgrond. Duidelijk is dat geen van de onder 2 genoemde voorbeelden (anders dan die onder 1 genoemd) direct verband houdt met slijtage in de gangbare betekenis van het woord (geleidelijke beschadiging of achteruitgang als gevolg van voortdurend gebruik of blootstelling). Over de bedoeling van de bepaling, namelijk dat dekking is uitgesloten voor schade ontstaan doordat onvoldoende zorg voor de verzekerde zaken is betracht (zoals in de genoemde voorbeelden), kan geen misverstand bestaan.
heeft verder de wettelijke rente gevorderd vanaf 20 december 2008. Hij heeft echter niet gesteld dat en waarom Bovemij op die datum al in verzuim was. Bovemij heeft erop gewezen dat [appellant] haar eerst bij brief van 24 april 2009 in gebreke heeft gesteld. Nu daarbij een redelijke termijn van vijf werkdagen voor de nakoming is gesteld, en betaling van het resterende bedrag binnen die termijn is uitgebleven, is Bovemij vanaf 2 mei 2009 in verzuim. De wettelijke rente zal derhalve vanaf deze datum worden toegewezen.
5.Slotsom
€ 258,-
€ 768,-(2 punten x tarief I)
€ 299,-
€ 632,-(1 punt x appeltarief I)