ECLI:NL:GHARL:2014:6482
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schending van de mededelingsplicht bij het aangaan van een verzekeringsovereenkomst en de gevolgen van verzwijging
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een geschil tussen [appellant], de eigenaar van een eet- en loungecafé, en ASR Schadeverzekering N.V. naar aanleiding van een brand die op 2 mei 2010 in het door [appellant] gehuurde pand heeft gewoed. [appellant] had een bedrijfsschadeverzekering afgesloten bij ASR Schadeverzekering, maar de verzekeraar weigerde dekking te verlenen op basis van verschillende gronden, waaronder de schending van de mededelingsplicht. Het hof verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Utrecht, die de vordering van [appellant] had afgewezen op basis van verzwijging van relevante feiten bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst.
Het hof oordeelt dat [appellant] verplicht was om ASR Schadeverzekering te informeren over eerdere schadegevallen, waaronder een brand en vernielingen die zich in 2009 hadden voorgedaan. De vraag in de verzekeringsaanvraag was duidelijk geformuleerd en [appellant] had moeten begrijpen dat deze informatie van belang was voor de verzekeraar. Het hof concludeert dat [appellant] zijn mededelingsplicht heeft geschonden, wat leidt tot de conclusie dat ASR Schadeverzekering geen uitkering verschuldigd is. De grieven van [appellant] in het principaal hoger beroep worden afgewezen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.
De kosten van het hoger beroep worden aan [appellant] opgelegd, en het hof wijst de vorderingen van [appellant] af. Dit arrest is gewezen door een kamer van het hof en openbaar uitgesproken op 19 augustus 2014.