Uitspraak
WAHV 200.143.871/01
[verzoekster], wonende te [woonplaats],
[gemachtigde], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres],
mr. P.W.J. Sekeris, raadsheer in dit hof.
constateert dat voor aanvang van de behandeling van de WAHV-zaak de gemachtigde van het openbaar ministerie reeds plaats had genomen in de zittingszaal. De deuren van de zittingszaal waren gesloten en hij, de gemachtigde van de verzoekster, bevond zich nog op de gang. Deze gang van zaken wekt de schijn van partijdigheid. Bij een correcte gang van zaken zou de gemachtigde van het openbaar ministerie zich ook op de gang bevinden en zouden zij gezamenlijk tot de zittingszaal worden toegelaten. Nu bestaat de mogelijkheid dat buiten de aanwezigheid van de gemachtigde van de verzoekster over de zaak inhoudelijk tussen de raadsheer en de gemachtigde van het openbaar ministerie overleg wordt gepleegd. Dit is in strijd met het uitgangspunt dat een rechter onpartijdig dient te zijn.