ECLI:NL:GHARL:2014:6883
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- F.A.M. Bakker
- M. Barels
- M.J. Stolwerk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing vordering gevangenhouding in zaak van dodelijke aanvaring op Vinkeveense Plassen
In de zaak van een 49-jarige man uit Oosterbeek, die verdacht wordt van betrokkenheid bij een dodelijke aanvaring op de Vinkeveense Plassen, heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van de vordering tot gevangenhouding door de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had op 21 augustus 2014 besloten om de vordering tot gevangenhouding van de verdachte af te wijzen, waarop de officier van justitie in beroep ging.
Tijdens de zitting op 3 september 2014 heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. B.Th. Nooitgedagt, gehoord. De verdachte wordt verweten dat hij op of omstreeks 2 augustus 2014 roekeloos heeft gevaren, wat heeft geleid tot de dood van twee personen. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende ernstige bezwaren zijn voor de tenlastelegging van doodslag, omdat er geen (voorwaardelijk) opzet kan worden aangetoond.
Wat betreft de aanvullende vordering tot voorlopige hechtenis, heeft het hof geoordeeld dat er, gezien de huidige eisen van de Hoge Raad aan het begrip roekeloosheid, ook onvoldoende ernstige bezwaren zijn voor de strafverzwarende omstandigheden die aan roekeloosheid zijn verbonden. Het hof heeft wel ernstige bezwaren geconstateerd voor dood door schuld, maar omdat voorlopige hechtenis voor dit feit niet mogelijk is, heeft het hof de vordering tot gevangenhouding afgewezen en de beschikking van de rechtbank bevestigd.
De beslissing van het hof is genomen op basis van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, en de uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland.