Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
(…) om het vonnis van de Kort Gedingrechter van 18 juli 2014 te vernietigen en opnieuw rechtdoende:Bureau Jeugdzorg verzoekt om te onderzoeken of er een indicatiebesluit kan worden afgegeven ten behoeven van het traject Ouderschap Na Scheiding en partijen en Elker daarover informeren;Elker verzoekt partijen uit te nodigen voor het traject Ouderschap Na Scheiding;Elker verzoekt uiterlijk 13 januari 2015, of zoveel eerder als mogelijk, de eindrapportage aan de Rechtbank over te leggen in de bodemprocedure, bekend bij deze Rechtbank, locatie Groningen, onder het zaaknummer C/18/149626/ FA RK 14-1896, zoals hiervoor overwogen;partijen in de gelegenheid stelt om uiterlijk op de rolzitting van 27 januari 2015 in de bodemprocedure te reageren op de eindrapportage van Elker en aan te geven of zij een nadere zitting noodzakelijk achten; indien zij een nadere behandeling ter zitting aangewezen achten, dienen zij hun verhinderdata van de eerstvolgende drie maanden aan te geven;onder afwijzing van het meer of anders gevorderde."
3.De feiten en de procedure in eerste aanleg
- zaterdag 12 juli 2014 van 09:30 uur tot 19:30 uur;
- zaterdag 26 juli 2014 van 09:30 uur tot 18:30 uur;
- zondag 3 augustus 2014 van 09:30 uur tot 19:30 uur;
- zaterdag 16 augustus 2014 van 09:30 uur tot zondag 17 augustus 2014 16:00 uur, waarbij [geïntimeerde] [minderjarige] haalt en weer terugbrengt.
De voorzieningenrechter heeft het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Voorts heeft de voorzieningenrechter Bureau Jeugdzorg (BJZ) verzocht om te onderzoeken of er een indicatiebesluit kan worden afgegeven ten behoeve van het traject Ouderschap Na Scheiding en partijen en Elker daarover te informeren en heeft de voorzieningenrechter Elker verzocht partijen uit te nodigen voor het traject Ouderschap Na Scheiding.
De voorzieningenrechter heeft Elker verzocht uiterlijk op 13 januari 2015, of zoveel eerder als mogelijk, de eindrapportage aan de rechtbank over te leggen in de bodemprocedure, bekend bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, onder zaaknummer C/18/149626/ FA RK 14-1896, en heeft partijen in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op de rolzitting van 27 januari 2015 in de bodemprocedure te reageren op de eindrapportage van Elker en aan te geven of zij een nadere zitting noodzakelijk achten; indien zij een nadere zitting aangewezen achten, dienen zij hun verhinderdata van de eerstvolgende drie maanden aan te geven, waarna de griffier van de rechtbank indien noodzakelijk in de bodemprocedure een nadere zittingsdatum zal bepalen. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, en heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.