Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
[verweerder 2],
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
- de vader en [verweerder 2] niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoeken, althans de verzoeken af te wijzen;
- de moeder samen met de vader te belasten met het gezamenlijk ouderlijk gezag over [het kind];
- een zorgregeling tussen de moeder en [het kind] vast te stellen van een weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag uit school tot zondagavond 18.30 uur, alsmede gedurende de helft van de vakanties en de christelijke en nationale feestdagen en vrije schooldagen, waarbij de moeder [het kind] ophaalt uit school in [woonplaats] en de vader [het kind] ophaalt uit Eindhoven, dan wel een zodanige zorgregeling als het hof juist acht, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor elke keer dat de vader de zorgregeling niet of niet geheel nakomt;
- te bepalen dat [het kind] en de moeder iedere woensdag tussen 18.30 uur en 19.30 uur telefonisch contact met elkaar hebben op een locatie waar [het kind] dan bereikbaar is via Skype met webcamverbinding, dan wel op een andere dag en/of ander tijdstip in de week, niet zijnde het weekend, welk geschikter is voor [het kind];
- aan de vader op te leggen dat hij maandelijks inhoudelijk de moeder meer uitgebreid informeert over het opgroeien en de ontwikkeling van [het kind] in het kader van de reeds door het hof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, opgelegde informatie- en consultatieverplichting, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per keer dat de vader zijn verplichting tot informeren of consulteren niet of niet volledig nakomt.