ECLI:NL:GHARL:2014:8586
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.M. van der Meer
- W. Foppen
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie en draagkracht van de man in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 24 december 2013 aangevochten, waarin de alimentatie voor de kinderen was vastgesteld. De vrouw verzocht om de alimentatie te verhogen naar € 134,63 per kind per maand, terwijl de man, verweerder in hoger beroep, geen advocaat had en geen verweerschrift indiende. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 juli 2014 was de vrouw niet verschenen, maar haar advocaat was wel aanwezig.
Het hof heeft de feiten van de rechtbank overgenomen, aangezien daartegen geen grieven waren ingediend. Het hof heeft de draagkracht van de man beoordeeld, waarbij het inkomen van de man uit een WW-uitkering als uitgangspunt werd genomen. De vrouw had gesteld dat de man verwijtbaar inkomensverlies had, maar het hof volgde haar hierin niet. De man had een herplaatsingstraject doorlopen zonder passende functie te vinden, en het hof oordeelde dat er geen sprake was van verwijtbare werkloosheid.
Wat betreft de woonlasten van de man oordeelde het hof dat deze geen aanleiding gaven om af te wijken van de alimentatierichtlijnen. De vrouw had aangevoerd dat de man fiscaal voordeel genoot voor de kosten van de kinderen, wat het hof bevestigde. Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en de alimentatie vastgesteld op € 111,- per kind per maand, met ingang van 1 augustus 2013, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Het hof wees het meer of anders verzochte af.