Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Vaststaande feiten
(Het faillissement van [X] is op 14 maart 2014 geëindigd door het verbindend worden van de uitdelingslijst.)
2.Het geding in eerste aanleg
3.Het geding in hoger beroep
4.De beoordeling
In het dossier bevindt zich een brief, gericht aan de rechtbank Leeuwarden, opgesteld door A. [appellant] (met de heer [Y]), gedateerd 23 maart 2004.
willens en wetensheeft meegewerkt aan het beeld van haar man als een integere effectenhandelaar.
Zijn echtgenote heeft actief bijgedragen aan het ophouden van deze schone schijn.
Mevrouw [X] is medeplichtig aan het stuivertje wisselen dat plaatsvindt.
De actieve rol van mevrouw [X] gaat nog verder.
Wij verzoeken Uw Rechtbank daarom om geen schuldsanering uit te spreken, opdat het recht zijn beloop kan hebben.”