Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoekster],
BJZ.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de machtiging tot gesloten jeugdzorg voor de verzoekster, geboren in 1997. De verzoekster is sinds 16 juli 2012 onder voogdij van Bureau Jeugdzorg (BJZ) en heeft een belast verleden, waaronder het overlijden van beide ouders. Het hof verwijst naar de eerdere beschikking van de kinderrechter van 12 augustus 2014, waarin een voorlopige machtiging tot uithuisplaatsing werd uitgesproken. De verzoekster heeft in hoger beroep verzocht om de duur van de machtiging te beperken tot 29 december 2014, maar BJZ heeft dit verzoek bestreden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 oktober 2014 was de verzoekster niet aanwezig, maar vertegenwoordigd door haar advocaat. BJZ was vertegenwoordigd door een gezinsvoogd. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoekster ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft, die haar ontwikkeling naar volwassenheid belemmeren. De verzoekster heeft aangegeven dat zij hulp mist van BJZ, maar tegelijkertijd heeft zij zich aan de noodzakelijke hulpverlening onttrokken door wegloopgedrag.
Het hof heeft geconcludeerd dat de machtiging voor gesloten jeugdzorg noodzakelijk blijft en heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de machtiging onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. Het hof heeft geen reden gezien om de duur van de machtiging te verkorten of om een toetsingsmoment voor de verzoekster in te stellen voor haar meerderjarigheid.