Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
de moeder,
de vader,
BJZ.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de zorgregeling en het gezamenlijk gezag over de minderjarige [de minderjarige1], geboren in 2010. De moeder, verzoekster in het principaal hoger beroep, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag te wijzigen in eenhoofdig gezag en de vader, verweerder in het principaal hoger beroep, het recht op omgang te ontzeggen. De vader heeft op zijn beurt verzocht om een dwangsom te verbinden aan de zorgregeling. Het hof heeft in een eerdere tussenbeschikking op 15 april 2014 de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van een beschermingsonderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 november 2014 zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en is de zaak verder behandeld.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders in 2012 uit elkaar zijn gegaan en dat het gezamenlijk gezag over [de minderjarige1] in 2010 is aangetekend. De moeder heeft in haar beroepschrift geklaagd over de wijze van totstandkoming van de eerdere beschikking, maar het hof oordeelt dat zij geen belang heeft bij deze klacht, aangezien zij de zaak in zijn geheel ter beoordeling aan het hof heeft voorgelegd. Het hof heeft geoordeeld dat er voldoende grond is voor omgang tussen de vader en [de minderjarige1], ondanks de zorgen van de moeder over de veiligheid van de minderjarige. De vader heeft een stabiele situatie in Nederland en er zijn geen signalen van onveiligheid geconstateerd door Bureau Jeugdzorg.
Het hof heeft de zorgregeling uitgebreid en bepaald dat de vader [de minderjarige1] vier maal per week een dagdeel zal zien, met een verdere uitbreiding van de omgang in de toekomst. Tevens is er een dwangsom van € 500,- per keer vastgesteld voor de moeder bij niet-nakoming van de zorgregeling, met een maximum van € 25.000,-. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, bekrachtigd voor wat betreft het gezamenlijk gezag, maar de zorgregeling opnieuw vastgesteld. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.