Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM -LEEUWARDEN
[appellante],
beiden wonende te [woonplaats]
hierna: [appellant]en [appellante],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3. De motivering van de beslissing in hoger beroep
[geboortedatum], zijn op [huwelijksdatum]met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen. Tot het gezin van [appellant]en [appellante]behoren twee uit een eerdere relatie van [appellante]geboren kinderen en een op [geboortedatum]geboren kind van [appellant]en [appellante] samen.
€ 13.914,20, een schuld aan de Rabobank van € 5.835,22, een schuld aan Obvion N.V. van
€ 2.941,20, een schuld aan het CJIB van € 317,-, en drie belastingschulden van respectievelijk € 402,-, € 4.885,- en € 7.889,-.
4.De beslissing
Dit arrest is gewezen door mrs. H.L. Wattel, L.M. Croes en S.M. Evers, en is op
15 december 2014 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.