Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
[getuige 1], zijn zoon [getuige 2], zijn schoonzoon [getuige 3], [getuige 4], voormalig werknemer van [geïntimeerde], en[getuige 5], die de woning in 2010 in het kader van een deskundigenonderzoek heeft bezichtigd. In de contra-enquête heeft [geïntimeerde] heeft zichzelf als partij-getuige doen horen.
Volgens [getuige 1] was aanvankelijk sprake van een "horizontaal dun scheurtje" in het stucwerk en later van een verticale scheur van de vloer tot het plafond in de muur tussen de schuur en de hal, op de plek waar het nieuwe op het oude aansluit. Zij heeft dienaangaande verklaard:
"Bij oplevering waren wij tevreden over het werk. Een paar maanden na de ingebruikname begon echter de deur naar het halletje van de slaapkamer te klemmen. Ik heb toen [geïntimeerde] opgebeld en in reactie daarop heeft hij een medewerker gestuurd die de betreffende deur aan de bovenkant heeft bijgeschaafd, waarna het probleem was opgelost. Een paar maanden daarna (dat zal eind 2005/begin 2006 zijn geweest) begon dezelfde deur opnieuw te klemmen. Ook constateerden wij in die periode dat er in het stucwerk in de hal een horizontaal dun lijntje ontstond. Ik bedoel daarmee een dun scheurtje. Ook daar hebben wij [geïntimeerde] een paar keer bij gehad. De afspraak is gemaakt dat wij in de gaten zouden houden of het ook erger werd. In dat geval moesten wij [geïntimeerde] waarschuwen. Dat in de gaten houden zal zich hebben afgespeeld in de periode 2005 tot 2008. In die periode werden de klachten geleidelijk erger. Daarmee bedoel ik dat ook in de muur tussen de schuur en de hal, dat is waar het nieuwe op het oude aansluit, een scheurtje dat verticaal verliep vanaf de vloer tot aan het plafond. Gedurende de periode 2005/2008 werd met name die laatste scheur erger. Dat wil zeggen die scheur werd iets breder. Daarnaast werd het eerste scheurtje waarover ik sprak iets langer. […]Op een vraag van mr. Withaar antwoord ik het volgende.Wij zijn al na enige maanden gaan klagen over scheurvorming, daarmee doel ik op klachten over het eerder genoemde horizontale scheurtje."
[getuige 2], dat die scheur al na een half jaar is ontstaan. Hij heeft verklaard:
heeft ook als getuige verklaard dat hij [appellant] dat heeft medegedeeld op het moment dat de deur, die al eerder was bijgeschaafd, opnieuw was gaan klemmen.
De verklaring van [getuige 2] dat de scheuren al in een vroeg stadium zijn geduid als zettingsscheuren, strookt ook het met het tussen partijen vaststaande feit dat de expert van ZnEb uit de mond van [appellant] heeft opgetekend dat partijen naar aanleiding van de melding van [appellant] hebben afgesproken dat [appellant] het zettingsproces zou monitoren (r.o. 2.12 en 2.21 van het tussenarrest).
12 maart 2013 reeds heeft overwogen, wordt in het rapport van ZnEb over de gang van zaken in 2005 immers uit de mond van [appellant] opgetekend dat na de melding aan [geïntimeerde] van het klemmen van een binnendeur en na diens onderzoek werd afgesproken dat [appellant]
zelfhet zettingsproces gedurende langere tijd zou monitoren.
(1 pt, de helft van tarief IV).
- te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris van de advocaat indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak is voldaan èn betekening heeft plaatsgevonden,