In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland, die het beroep tegen de aanslagen in de inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ongegrond heeft verklaard. De aanslagen zijn opgelegd voor het jaar 2008, waarbij de Inspecteur een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.316 heeft vastgesteld, evenals een bijdrage-inkomen van € 25.000. Belanghebbende heeft geen aangifte gedaan, wat heeft geleid tot omkering en verzwaring van de bewijslast. Tijdens de zittingen heeft belanghebbende stukken overgelegd die een lagere belastbare winst van € 8.704 verantwoorden, maar het Hof oordeelt dat deze stukken niet overtuigend zijn en dat de schatting van de Inspecteur redelijk is. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en oordeelt dat de aanslagen naar de juiste bedragen zijn opgelegd. Ook de verzuimboete van € 226 wordt door het Hof als passend beschouwd. Het hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.