Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
ECLI:NL:GHSHE:
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de vaststelling van partneralimentatie na een echtscheiding tussen de man en de vrouw, die in 2007 is ontbonden. De vrouw heeft in 2013 een verzoek ingediend tot vaststelling van partneralimentatie van € 793,85 per maand, waartegen de man zich heeft verweerd. De rechtbank Overijssel heeft op 20 februari 2014 de bijdrage van de man vastgesteld op het verzochte bedrag, wat de man in hoger beroep heeft aangevochten. Het hof heeft de procedure en de argumenten van beide partijen in overweging genomen. De man betoogde dat de behoefte van de vrouw aan partneralimentatie is verbleekt en dat er geen oorzakelijk verband is tussen haar bijstandsbehoefte en de echtscheiding. Het hof oordeelde echter dat de vrouw, ondanks haar financiële situatie, recht heeft op alimentatie, omdat haar behoefte nog steeds gerelateerd is aan het huwelijk. Het hof bevestigde dat de rechtbank de juiste criteria heeft toegepast bij het vaststellen van de alimentatie en dat de vrouw niet in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. De grieven van de man werden afgewezen, en de beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.