ECLI:NL:GHARL:2015:10185

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 mei 2015
Publicatiedatum
2 mei 2017
Zaaknummer
21-005047-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep

Op 19 mei 2015 vond een openbare terechtzitting plaats bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waar de zaak tegen een verdachte werd behandeld. De verdachte, geboren in 1966 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was niet verschenen. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman, advocaat-generaal, die de zaak voorstelde. De advocaat-generaal vorderde de niet-ontvankelijkheid van de verdachte op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

De voorzitter van het hof, mr. W.P.M. ter Berg, merkte op dat de verdachte geen schriftelijke of mondelinge bezwaren had ingediend tegen het vonnis dat in deze zaak voorlag. Bovendien waren er geen redenen aanwezig die een inhoudelijke behandeling van de zaak noodzakelijk maakten.

Na het sluiten van het onderzoek deed het hof direct uitspraak en verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep. Dit proces-verbaal werd opgemaakt en ondertekend door de voorzitter en de griffier, mw. A. Boersma. De uitspraak is een bevestiging van de procedurele regels die van toepassing zijn in strafzaken, waarbij de afwezigheid van de verdachte en het ontbreken van bezwaren leidde tot de beslissing van het hof.

Uitspraak

Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, enkelvoudige strafkamer, op 19 mei 2015.
Tegenwoordig:
mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter,
mw. A. Boersma, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman, advocaat-generaal.
Het hof doet de zaak tegen de na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte genaamd:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
is niet verschenen.
Op vordering van de advocaat-generaal verleent het hof verstek tegen de niet verschenen verdachte en beveelt dat met de behandeling van de zaak zal worden voortgegaan.
De advocaat-generaal draagt de zaak voor.
Daartoe uitgenodigd voert de advocaat-generaal het woord en leest zijn vordering voor, strekkende tot de niet-ontvankelijkheid van verdachte op grond van het in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering bepaalde.
De voorzitter deelt mede:
Het hof ziet in deze zaak aanleiding toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte geen schriftelijke of mondelinge bezwaren heeft opgegeven tegen het vonnis dat in deze zaak voorligt en er daarnaast geen redenen aanwezig zijn die een inhoudelijke behandeling van de zaak noodzakelijk maken.
Hierop verklaart de voorzitter het onderzoek gesloten en doet direct uitspraak.
---------------------------------------------------------------------------------------------------

A A N T E K E N I N G M O N D E L I N G A R R E S T

----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Beslissing:

Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
---------- ------------------------------------------------------------------------------------------------
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.