2.7In incidenteel appel hebben [geïntimeerden] gevorderd:
“dat het uw gerechtshof moge behagen, het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie [vestigingsplaats 1], d.d. 12 september 2014, waarvan beroep, partieel te vernietigen, dat wil zeggen voor zover de vorderingen van appellanten in incidenteel appèl daarin zijn afgewezen, en opnieuw recht doende bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [appellant 1] en/of [appellant 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde 1] van € 1.666,66 per maand die zij vanaf 1 januari 2014 maandelijks verschuldigd zijn, en [appellant 1] en/of [appellant 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde 1] van de wettelijke rente van 6% op jaarbasis die zij vanaf 1 januari 2014 die per maand verschuldigd is over de (resterende) hoofdsom, en [appellant 1] en/of [appellant 2] (hoofdelijk) te veroordelen om deze rente en aflossingen maandelijks te blijven betalen aan [geïntimeerde 1] (totdat de volledige (resterende) hoofdsom en de rente daarover voldaan zijn);
2. [appellant 1] en/of [appellant 2] hoofdelijk te veroordelen om binnen één week na het in dezen te wijzen vonnis aan te tonen dat zij niet in staat is om meer af te lossen dan zij doet en [appellant 1] en/of [appellant 2] (hoofdelijk) te veroordelen om meer af te lossen indien en voor zover dat wel mogelijk zou zijn, op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 10.000,- indien [appellant 1] en/of [appellant 2] met deze veroordeling in gebreke zouden zijn, te vermeerderen met een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 1.000,-- per dag, of gedeelte van een dag, dat [appellant 1] en/of [appellant 2] na afloop van de gestelde termijn met deze veroordeling in gebreke zouden blijven, met een maximum van € 100.000,-;
3. [appellant 1] en/of [appellant 2] hoofdelijk te veroordelen om binnen één week na het in dezen te wijzen vonnis de financieringsaanvragen die zij stellen te hebben gedaan en de afwijzingen die zij stellen daarop te hebben ontvangen, aan [geïntimeerde 1] te overleggen en voor zover zou komen vast te staan dat [appellant 1] geen (serieuze) financieringsaanvraag zou hebben gedaan, [appellant 1] en/of [appellant 2] (hoofdelijk) te veroordelen om binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis serieuze pogingen te doen om de hoofdsom extern te financieren, zodat de schuld aan verkoper daarmee vervroegd kan worden afgelost, en daarvan bewijs aan [geïntimeerde 1] te overleggen, alles op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 10.000,- voor zover [appellant 1] en/of [appellant 2] met deze veroordeling in gebreke zouden zijn, te vermeerderen met een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 1.000,- per dag, of gedeelte van een dag, dat [appellant 1] en/of [appellant 2] na afloop van de gestelde termijn met deze veroordeling
in gebreke zouden blijven, met een maximum van € 100.000,-;
4. [appellant 1] en/of [appellant 2] (hoofdelijk) te veroordelen om binnen één week na het in dezen te wijzen vonnis een bankgarantie te stellen als zekerheid voor de hoofdsom, rente en kosten die nog niet zijn afgelost respectievelijk betaald, althans anderszins (door Uw voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen) voldoende zekerheid te stellen voor de hoofdsom, rente en kosten die nog niet zijn afgelost respectievelijk betaald, alles op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 10.000,-- indien [appellant 1] en/of [appellant 2] met deze veroordeling in gebreke zou blijven, te vermeerderen met een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 1.000,-- per dag, of gedeelte van een dag, dat [appellant 1] en/of [appellant 2] na afloop van de gestelde termijn met de veroordeling in gebreke zouden blijven, met een maximum van € 100.000,--;.
5. [appellant 3] te veroordelen tot betaling van € 1.042,-- exclusief BTW per maand die zij vanaf 1 januari 2014 maandelijks aan management verschuldigd is (met inachtneming van de verrekening tot een bedrag van 4.842,-- die reeds heeft plaatsgevonden) en [appellant 3] te veroordelen om deze managementfee maandelijks te blijven betalen tot eind 2015, en [appellant 1] en [appellant 2] als (indirecte) statutaire bestuurders van [appellant 3] te veroordelen om er voor zorg te dragen dat [appellant 3] de managementfees zal voldoen aan [geïntimeerde 1], alles op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 10.000,-- peer keer dat [appellant 1] en [appellant 2] met deze veroordeling in gebreke zouden blijven;
6. [appellant 3] te veroordelen om binnen een week na het in dezen te wijzen vonnis aan [geïntimeerde 2] de sleutels af te geven van de panden die zij van hem huurt en [appellant 1] en [appellant 2] als (indirecte) statutaire bestuurders van [appellant 3] te veroordelen om er voor zorg te dragen dat [appellant 3] de sleutels tijdig afgeeft aan [geïntimeerde 2], alles op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 10.000,-- indien [appellant 3], [appellant 1] en [appellant 2] met deze veroordeling in gebreke zouden blijven, te vermeerderen met een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 1.000,-- per dag, of gedeelte van een dag, dat [appellant 3], [appellant 1] en/of [appellant 2] na afloop van de genoemde termijn met deze veroordeling in gebreke zouden blijven, met een maximum van € 100.000,--;
7. [appellant 3] te veroordelen om alle zaken die in eigendom toebehoren aan [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] binnen één week na het in dezen te wijzen vonnis af te geven aan [geïntimeerde 1] en/of [geïntimeerde 2] en [appellant 1] en [appellant 2] als (indirecte) statutaire bestuurders van [appellant 3] te veroordelen om er voor zorg te dragen dat [appellant 3] de eigendommen van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] aan hen zal afgeven, alles op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 10.000,-- indien [appellant 3], [appellant 1] en [appellant 2] met deze veroordeling in gebreke zou blijven, te vermeerderen met een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 1.000,-- per dag, of gedeelte van een dag, dat [appellant 3], [appellant 1] en/of [appellant 2] met deze veroordeling in gebreke zouden blijven, met een maximum van € 100.000,--;
8. iedere andere voorziening te treffen die uw Gerechtshof in goede justitie geraden acht met inachtneming van de belangen van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2];
9. geïntimeerden in incidenteel appèl (hoofdelijk) te veroordelen in de kosten van deze procedure, in beide instanties.”