Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Algemene overweging “[rechtspersoon]”
naar keuze jaarlijks of maandelijks uitgekeerd;
€ 360.000,- waarvoor zekerheid is verleend middels een eerste hypothecaire inschrijving op de [straat] te [gemeente2]. Van het ter leen ontvangen bedrag ad € 360.000,- is een bedrag ad € 300.000,- aan [rechtspersoon4] terugbetaald. Vervolgens is het pand volledig gerenoveerd waarvan de kosten ad € 429.799,54 zijn voldaan door [rechtspersoon4]. In totaal is door [rechtspersoon4] met betrekking tot het pand aan de [straat] te [gemeente2] derhalve een bedrag betaald van € 799.799,54.
Bewijsoverweging feit 1 primair
$ 315.000,- nog dezelfde dag werd begonnen. Nog los van de werkelijke waarde van de grond, ziet het hof in deze gang van zaken een bevestiging dat het verdachte veeleer ging om eigen voordeel dan dat hij serieus de gelden van beleggers investeerde.
$ 433.000,- waard was. Uit het faillissementsverslag van [rechtspersoon1] d.d. 17 november 2014 blijkt echter dat de plantage - die in slechte staat verkeerde - blijkens een taxatierapport van 13 juni 2007 is gewaardeerd op $ 3.000,- per hectare. Uiteindelijk is het gelukt de plantage te verkopen voor $ 5.000,- per hectare. De opbrengst bedraagt € 33.425,99 zo blijkt het uit het faillissementsverslag. Het hof realiseert zich dat de waarde bij verkoop in geval van faillissement aanzienlijk lager kan uitvallen dan een verkoop ‘going concern’. Gelet op het door verdachte en medeverdachte [medeverdachte1] betaalde aankoopbedrag ($ 83.969,73) en de genoemde taxatiewaarde acht het hof de stelling dat de gronden meer waard waren echter onaannemelijk.
onder meerde in ten laste gelegde personen zijn opgelicht, een en ander voor zover hieronder niet anders is vermeld.
€ 24.000,-). Over deze tweede inleg heeft aangever [benadeelde21] verklaard:
€ 60.000,- is opgelicht
Bewijsoverweging feit 3 primair
Bewijsoverweging feit 4
- de autoriteit bij uitstek op het gebied van effecten - zelf al van mening was dat er geen sprake was van een effect, kan daar ten aanzien van de verdachte toch moeilijk anders over worden geoordeeld, aldus de raadsman. De inhoud van de e-mail brengt mee dat in ieder geval niet kan worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op handelen in strijd met artikel 3, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995. Uit de mail blijkt immers dat de afdeling Publieksvoorlichting naar aanleiding van door het publiek gestelde vragen telkens heeft geantwoord dat in geval van [rechtspersoon] geen sprake was van een effect.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Benadeelde partijen
Schadevergoedingsmaatregel
€ 3.209,01
€ 3.209,01
€ 16.045,07
€ 3.209,01
€ 1.601,86
€ 3.500,74
€ 3.209,01
€ 1.794,08
€ 3.209,01
€ 3.209,01
€ 6.418,03
€ 5.134,42
€ 2.562,97
€ 5.134,42
€ 6.418,03€ 86.915,33
€ 3.209,01
€ 3.262,06
€ 6.032,95
€ 6.353,85
€ 13.349,49
€ 3.209,01
€ 3.209,01
€ 6.471,07
€ 3.209,01
€ 3.209,01
€ 3.209,01
€ 3.850,82
€ 3.845,51
€ 6.418,03
€ 3.235,51
€ 3.209,01
€ 3.080,65
€ 3.850,82
€ 1.856,03
€ 3.209,01
€ 3.182,49
€ 3.622,74
€ 3.209,01
€ 3.182,49
Vervangende hechtenis:
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde2]
€ 44.290,97 (vierenveertigduizend tweehonderdnegentig euro en zevenennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 40.124,27 (veertigduizend honderdvierentwintig euro en zevenentwintig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 204.788,31 (tweehonderdvierduizend zevenhonderdachtentachtig euro en eenendertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde5]
€ 46.790,99 (zesenveertigduizend zevenhonderdnegentig euro en negenennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij dhr. [benadeelde6]
€ 23.231,47 (drieëntwintigduizend tweehonderd eenendertig euro en zevenenveertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 51.499,26 (eenenvijftigduizend vierhonderdnegenennegentig euro en zesentwintig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 46.790,99 (zesenveertigduizend zevenhonderdnegentig euro en negenennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 24.899,23 (vierentwintigduizend achthonderdnegenennegentig euro en drieëntwintig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde11]
€ 45.124,31 (vijfenveertigduizend honderdvierentwintig euro en eenendertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 86.915,23 (zesentachtigduizend negenhonderdvijftien euro en drieëntwintig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 40.540,94 (veertigduizend vijfhonderdveertig euro en vierennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde14]
€ 69.532,24 (negenenzestigduizend vijfhonderdtweeëndertig euro en vierentwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde15]
€ 33.197,01 (drieëndertigduizend honderdzevenennegentig euro en één cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 66.198,87 (zesenzestigduizend honderdachtennegentig euro en zevenentachtig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
11 (elf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 86.915,33 (zesentachtigduizend negenhonderdvijftien euro en drieëndertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 46.790,99 (zesenveertigduizend zevenhonderdnegentig euro en negenennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 46.737,94 (zesenveertigduizend zevenhonderdzevenendertig euro en vierennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 82.483,74 (tweeëntachtigduizend vierhonderddrieëntachtig euro en vierenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde21]
€ 84.521,15 (vierentachtigduizend vijfhonderdeenentwintig euro en vijftien cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 169.451,01 (honderdnegenenzestigduizend vierhonderdeenenvijftig euro en één cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde23]
€ 43.457,63 (drieënveertigduizend vierhonderdzevenenvijftig euro en drieënzestig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 43.874,30 (drieënveertigduizend achthonderdvierenzeventig euro en dertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 93.528,93 (drieënnegentigduizend vijfhonderdachtentwintig euro en drieënnegentig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde26]
€ 45.124,31 (vijfenveertigduizend honderdvierentwintig euro en eenendertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 43.040,96 (drieënveertigduizend veertig euro en zesennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 46.790,99 (zesenveertigduizend zevenhonderdnegentig euro en negenennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde29]
€ 52.649,18 (tweeënvijftigduizend zeshonderdnegenenveertig euro en achttien cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde30]
€ 46.987,75 (zesenveertigduizend negenhonderdzevenentachtig euro en vijfenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde31]
€ 80.248,69 (tachtigduizend tweehonderdachtenveertig euro en negenenzestig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 42.181,12 (tweeënveertigduizend honderdeenentachtig euro en twaalf cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde33]
€ 43.874,30 (drieënveertigduizend achthonderdvierenzeventig euro en dertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 44.919,35 (vierenveertigduizend negenhonderdnegentien euro en vijfendertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 56.149,18 (zesenvijftigduizend honderdnegenenveertig euro en achttien cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde36]
€ 24.903,97 (vierentwintigduizend negenhonderddrie euro en zevenennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde37]
€ 43.874,30 (drieënveertigduizend achthonderdvierenzeventig euro en dertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 40.984,13 (veertigduizend negenhonderdvierentachtig euro en dertien cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 49.460,57 (negenenveertigduizend vierhonderdzestig euro en zevenenvijftig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde40]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde41]
€ 46.374,32 (zesenveertigduizend driehonderdvierenzeventig euro en tweeëndertig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde42]
€ 44.217,51 (vierenveertigduizend tweehonderdzeventien euro en eenenvijftig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.