Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Mr. W.J.M. van Andel,
Mr. A.A.M. Deterink,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
de leningen zouden worden geconverteerd in aandelenkapitaal."(pleitaantekeningen randnummer 6). P&O Partner kwalificeert, mede met een beroep op het vonnis van de rechtbank Breda van 7 juli 2010, JOR 2010, 293, de door Wind aan [de vennootschap] verstrekte leningen als "
informeel kapitaal"en betoogt in de pleitaantekeningen (randnummer 7)
"dat het bij [de vennootschap] in feite al bijna formeel kapitaal betrof, omdat er een omzetting in eigen vermogen zou gaan plaatsvinden."De curatoren betwisten dat tussen [de vennootschap] en Wind -onvoorwaardelijk- is afgesproken dat de lening zou worden omgezet in aandelenkapitaal. Zoals uit het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg van 21 juni 2013 volgt, erkennen de curatoren dat op enig moment hierover wel is gesproken doch alleen in het kader van een beoogde participatie door een derde (Provincie Noord-Holland), welke participatie niet is gerealiseerd. Tussen partijen staat vast dat geen omzetting heeft plaatsgevonden.
"Deze voorwaarde was gegeven de financiële positie van [de vennootschap] logisch en sloot ook aan bij de intentie die er vanuit de directie(s) al was om de leningen, "die al functioneerden als informeel kapitaal", om te zetten in aandelenkapitaal. (...) Deze documenten geven de intentie helder weer, namelijk dat leningen gezien moesten worden als (uitgestelde) kapitaalstoring."(productie 1 bij conclusie van antwoord). De verklaring van [persoon 1] sluit aan bij de verklaringen van [persoon 2] (productie 9 bij akte inbreng producties d.d. 21 juni 2013 van de zijde van P&O Partner en de verklaring bij H3 formulier van 8 december 2014) . De eerste verklaring van [persoon 2] houdt in
"dat het altijd de bedoeling is geweest de leningen van Ecoventures en Wind Holding aan [de vennootschap] te converteren naar gestort vermogen, aandelen kapitaal."Zijn nadere verklaring houdt onder andere in :
"Eind 2008 is afgesproken dat o.a. de lening van Wind Holding zou worden omgezet naar aandelenkapitaal."Zoals uit de verklaring van [persoon 1] volgt werd er eind 2008 onderhandeld met de provincie Noord-Holland en stelde deze partij als voorwaarde dat de lening zou worden omgezet in kapitaal, hetgeen aannemelijk maakt dat de door [persoon 2] genoemde afspraak van eind 2008 verband hield met de beoogde participatie door provincie Noord-Holland. Dit sluit geheel aan bij de verklaring van [persoon 3], CFO van [de vennootschap] en later ook van Wind, (verder: [persoon 3], productie 9 bij akte inbreng producties d.d. 21 juni 2013 van de zijde van de curatoren) onder meer inhoudende:
"De afspraken met de Provincie Noord-Holland werden vastgelegd in de concept aandeelhoudersovereenkomst. In deze overeenkomst was opgenomen dat direct voorafgaand aan de ondertekening van de overeenkomst alle schulden van Windholding B.V. en haar dochters zouden worden omgezet in kapitaal. Aangezien het nooit tot ondertekening is gekomen is deze omzetting ook niet uitgevoerd."De -algemene- verklaringen van [persoon 1] en [persoon 2] inhoudende dat het steeds de bedoeling/intentie is geweest dat de leningen van Wind aan [de vennootschap] zouden worden omgezet in kapitaal, worden niet gesteund door de verklaring van [persoon 3] noch door andere bewijsmiddelen/producties. In de op 6 februari 2009 door [persoon 2] en [persoon 3] namens [de vennootschap] ondertekende LOAN FACILITY AGREEMENT is ook niet voorzien dat de lening zal worden omgezet in kapitaal. Op grond van het voorgaande komt het hof tot het oordeel dat niet kan worden aangenomen dat Wind en [de vennootschap] steeds de bedoeling hebben gehad de lening om te zetten in kapitaal. P&O Partner hebben om dit punt weliswaar voldoende gespecificeerd bewijs aangeboden maar het hof zal P&O Partner daartoe niet in de gelegenheid stellen en overweegt daartoe het volgende.
"Uit de gesprekken met [de vennootschap] voor het opstellen van het profiel van HR adviseur in de zomer van 2008 bleek dat [de vennootschap] werd gefinancierd door haar aandeelhouders. De liquiditeit van [de vennootschap] was voldoende: via Econcern werd er volop geïnvesteerd in de veelbelovende dochter/start-up [de vennootschap].”en
“Indien de intercompany vordering van maar liefst 10 miljoen ook nog eens worden gekwalificeerd als concurrente vordering, dan blijft er bijna niets over voor de handelscrediteuren zoals wij. Dat is gezien het beeld wat er steeds vanuit [de vennootschap] werd geschetst een onredelijke uitkomst."Daargelaten of [de vennootschap] een dergelijk beeld heeft geschetst en daargelaten dat [persoon 4] niet verklaart over een investering door Wind, heeft P&O Partner geen feiten en omstandigheden gesteld die zouden kunnen rechtvaardigen dat dit door [de vennootschap] geschetste beeld ook aan Wind kan worden toegerekend met als gevolg dat de vordering van Wind is achtergesteld.
5.Slotsom
€ 1.788,-(3 punten x tarief 2)