Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de onderhoudsbijdrage van de man aan zijn jongmeerderjarige zoon, [verzoeker]. De man was eerder verplicht om een maandelijkse bijdrage te betalen voor de kosten van levensonderhoud en studie van [verzoeker], maar deze bijdrage was in een eerdere beschikking door de rechtbank Almelo op nihil gesteld. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de beschuldigingen van seksueel misbruik die door de vrouw en [verzoeker] zijn geuit, en de gevolgen daarvan voor de relatie tussen de man en [verzoeker]. Het hof heeft vastgesteld dat de man psychische klachten heeft ervaren als gevolg van het verlies van contact met zijn zoon en de beschuldigingen die zijn gedaan. Het hof heeft geoordeeld dat de gedragingen van [verzoeker] zodanig grievend zijn voor de man dat het in redelijkheid niet van hem kan worden gevergd om een onderhoudsbijdrage te betalen. De grieven van [verzoeker] zijn verworpen en de beschikking van de rechtbank is bekrachtigd. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.