ECLI:NL:GHARL:2015:2079
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van ongeboren tweeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een ongeboren tweeling. De Raad voor de Kinderbescherming regio Noord Nederland had in eerste aanleg verzocht om de ongeboren kinderen onder toezicht te stellen en hen na de geboorte in een pleegzorgvoorziening te plaatsen. De kinderrechter had op 6 maart 2015 de ongeboren tweeling onder toezicht gesteld, maar het verzoek om hen uit huis te plaatsen werd afgewezen. De Raad ging in hoger beroep tegen deze afwijzing.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 maart 2015 zijn de ouders niet verschenen, maar de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) waren wel aanwezig. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders, hoewel ze liefdevol zijn, niet in staat zijn om een veilige opvoedingssituatie te bieden voor de tweeling. Er zijn grote zorgen over de agressieregulatie van de vader en de opvoedingsvaardigheden van beide ouders. De ouders hebben onvoldoende steun vanuit hun netwerk en hebben in het verleden niet de nodige groei laten zien in hun ouderschap.
Het hof heeft geconcludeerd dat het belang van de veiligheid van de kinderen zwaarder weegt dan het belang van de ouders om de tweeling zelf te verzorgen. Daarom heeft het hof de beschikking van de kinderrechter vernietigd en alsnog de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, zodat de tweeling na de geboorte in een pleeggezin kan worden geplaatst voor de duur van zes maanden. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.