Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verder te noemen: de man,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De omvang van het geschil
3.De slotsom
4.De beslissing
27 november 2013, en opnieuw beschikkende:
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 januari 2015 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de vaststelling van kinderalimentatie. De zaak betreft de verzoeker AV Inkomensbeheer, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M.G. Pouls, en de verweerster, de vrouw, bijgestaan door advocaat mr. W.J. Aberson. De man, die onder bewind staat, is de vader van twee minderjarige kinderen, geboren in 1998 en 2000. Het huwelijk van de partijen is op 1 augustus 2006 ontbonden door echtscheiding. In een eerder convenant was afgesproken dat de man, na afloop van zijn schuldsanering, een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen zou betalen. De rechtbank had deze bijdrage vastgesteld op € 150,- per kind per maand, maar de man ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Het hof heeft de grieven van de man gedeeltelijk gegrond verklaard. Het hof oordeelde dat de man onvoldoende had aangetoond dat zijn financiële situatie zodanig was veranderd dat hij geen bijdrage kon leveren. De draagkracht van de man werd vastgesteld op € 180,- per maand, wat resulteerde in een bijdrage van € 90,- per kind per maand. Het hof benadrukte dat de man zijn financiële situatie beter had moeten onderbouwen en dat hij de mogelijkheid had om zijn schulden te saneren via de WSNP, maar dit niet had gedaan. De beslissing van de rechtbank werd vernietigd en de nieuwe bijdrage werd vastgesteld met terugwerkende kracht tot 1 november 2013. De proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd, aangezien de partijen gewezen echtgenoten zijn.