Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
1. (…) voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te vernietigen het vonnis van 14 maart 2012 door de rechtbank Leeuwarden gewezen en het vonnis 27 maart 2013 door de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden gewezen;
3.De feiten
(….).
5.3.De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten
6. Kelder, kruipruimte en fundering(...)
Nee, voor zover bekend niet.(…)
Omstreeks 1900.(….)
f. Is de woning aangetast door houtworm, boktor, ander ongedierte of zwam? Nee
(….)"
6. Bij vervanging van de vloerbalken in de woonkamer zal ook de wandbekleding van
"
BEANTWOORDING GESTELDE VRAGEN
4.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
Primair:
2. gedaagde te veroordelen tot betaling aan eisers van een deel van de koopprijs, ter hoogte van een bedrag ad € 31.671,76 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2011 althans vanaf de dag van instellen van de eis tot aan de dag der algehele voldoening;
5.Met betrekking tot de wijziging van eis
waartoe hij in beginsel bevoegd is (art. 353 lid 1 Rv in samenhang met artikel 130 Rv). Nu [geïntimeerde] daartegen geen bezwaar heeft gemaakt en het hof ook ambtshalve geen strijd met de beginselen van een goede procesorde aanwezig acht, zal het hof recht doen op de gewijzigde eis.
6.Met betrekking tot de grieven
- de houtworm was reeds aanwezig ten tijde van de overdracht op 14 december 2009 (r.o. 2.6 van het bestreden eindvonnis);
- de aanwezigheid van houtworm was aan [geïntimeerde] niet bekend ten tijde van de totstandkoming van de koopovereenkomst (r.o. 4.3 van het tussenvonnis d.d. 14 maart 2012);
- [appellant] had de houtworm redelijkerwijs niet eerder behoeven te ontdekken dan ten tijde van het opknappen van de keuken in het najaar van 2010, noch heeft hij een schadebeperkingsplicht geschonden doordat hij ten tijde van de procedure in eerste aanleg nog geen maatregelen had genomen ter bestrijding van de houtworm (r.o. 4.5 van het tussenvonnis d.d. 14 maart 2012).
grief Ibetoogt [appellant] - met een beroep op de hiervoor genoemde rapporten - dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen, dat het deskundigenbericht tot stand is gekomen na grondig onderzoek, dat het deugdelijk gemotiveerd is en met stukken onderbouwd, innerlijk consistent en concludent is. Met
grief IIbetoogt [appellant] dat de rechtbank een te strenge maatstaf heeft gehanteerd door te overwegen dat de houtworm pas aan een normaal gebruik van de woning in de weg staat als de draagkracht van de aangetaste vloer in het geding is. De grieven strekken ten betoge dat de houtworm wel degelijk een normaal gebruik als woonhuis aantast. Ter onderbouwing van deze stelling heeft [appellant] twee rapporten van door hem ingeschakelde deskundigen in het geding gebracht:
1) De rapportage d.d. 22 oktober 2013 van de heer ing. [R] van ingenieursbedrijf [bedrijf 6] te [plaats 3] (hierna: rapport [bedrijf 6]);
2) Het onderzoeksrapport d.d. 26 september 2013 van de heer [S] van het [bedrijf 7] ([bedrijf 7]) te [plaats 4] (hierna: rapport [bedrijf 7]).
"T.b.v. de toetsing van de vloerbalken is er gebruik gemaakt van de TGB-norm, echter de huidige norm is de Eurocode. Maar aangezien er sprake is van een bestaande vloer, welke ontworpen is volgens de toenmalig geldende TGB norm, wordt deze norm ook toegepast om te beoordelen of de huidige status van de vloer aan de oorspronkelijk bedachte functie. Alle hieronder genoemde termen, zijn dan ook aan deze norm ontleend."
De conclusie van het rapport luidt als volgt (zie pagina 6):
"Uit de belastingafdracht van de vloer kan geredeneerd worden dat wanneer kinderbalken en/of de moerbalk dusdanig aangetast zijn, dat deze constructief niet meer voldoen, dat de constructieve veiligheid van de vloer niet meer is gewaarborgd.
Uit de berekening blijkt duidelijk dat moerbalk met de gereduceerde doorsnede, zowel op sterkte als op doorbuiging, niet voldoet aan de constructief gestelde eisen voor de huidige gebruiksfunctie. Daarbij komt het oplegdetail van de moerbalk in de muur, welke ook niet voldoet.
Uit het bovenstaande onderzoek van de vloerbalken, kunnen we het volgende stellen. Doordat de hoofdbalk (primaire) balk niet voldoet, voldoet de beschouwde vloerconstructie niet aan de gestelde norm. Hierbij komt nog het feit, dat er volgens de gestelde norm gerekend dient te worden met een verdeelde last uit de niet-dragende binnenwanden. Aangezien dit in de berekening niet is meegenomen, zal de vloer nog minder voldoen aan de gestelde norm wanneer deze last meegenomen wordt."
"Uit het onderzoek is gebleken dat de vloer van de begane grond (planken en balken) is aangetast door de larven van de gewone houtwormkever (Anobium puntatum Degeer). De aantasting is nog steeds actief. Tevens zijn de kopse kanten van enkele balken aangetast door houtaantastende schimmels. (….)
Voor de houtworm- en schimmelaantasting is het niet mogelijk om exact aan te kunnen geven wanneer deze aantasting begonnen is. Gelet op de aard en de omvang van de aantasting kan wel met zekerheid worden geconcludeerd dat deze lang voor 14 december 2009 (de overdracht van de woning) aanwezig was.
Er dient opgemerkt te worden dat een groot deel van de vloerplanken, de balken en kopse kanten van de balken in de kruipruimten onder de woon- en eetkamer, onbereikbaar zijn voor een volledige inspectie. De ruimten onder de hal, badkamer en keuken zijn ook niet bereikbaar en zijn dus ook niet geïnspecteerd. Over de aantasting en de constructie op deze locaties kan op dit moment dus niet meer worden vermeld dan dat op afstand uitvliegopeningen zichtbaar zijn. Wel kan hieruit worden geconcludeerd dat de aantasting van de gewone houtwormkever verspreid is over een groot deel van de houten vloer en dat waarschijnlijk de aantasting over de gehele vloer (begane grond) is verspreid. De overige nog niet geïnspecteerde delen dienen voor een goede inspectie bereikbaar te worden gemaakt.
Wanneer geen maatregelen worden genomen, zal de schade in het houtwerk toenemen. Er dienen dus maatregelen te worden getroffen om een einde te maken aan de actieve aantasting door de gewone houtworm.
De geïnspecteerde vloerplanken zijn niet dusdanig aangetast dat deze vervangen dienen te worden. De aantasting is wel verspreid over de kruipruimten. Aantastingen veroorzaakt door de gewone houtwormkever blijven in eerste instantie over het algemeen oppervlakkig, de ontwikkeling is langzaam en schade dus beperkt waardoor ernstige structurele problemen niet van toepassing. Tijdens deze inspectie is echter gebleken dat meerdere balken wel zwaar zijn aangetast door de gewone houtworm en dat deze aantasting over vele jaren heeft plaats gevonden. Boorgangen van larven zijn terug te vinden tot dieper dan 4 cm in de balken. In deze gevallen betreft het behoorlijk dikke balken (ca. 22 cm x 18 cm) waardoor een vrij dikke onbeschadigd deel van de balken nog aanwezig is.
Het [bedrijf 7] is niet gespecialiseerd in het beoordelen of de constructie (het resterende gave hout) voldoende sterk is en geeft daar dan ook geen oordeel over. De dikke laag aangetast hout rondom de balken geeft wel een probleem voor een effectieve houtwormbehandeling door middel van een spuitbehandeling (chemisch middel) doordat het middel onvoldoende in het hout dringt en de larven niet worden bereikt. Ook de aanwezigheid van een beschermende (lak)laag en verf zorgen ervoor dat het middel niet in het hout kan binnendringen waardoor de behandeling niet effectief is. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de door [bedrijf 5] voorgestelde bestrijdingsmethode niet afdoende zal zijn om de houtworm effectief te bestrijden.
Aangezien het een actieve aantasting betreft van de larven van de gewone houtwormkever, kan aangenomen worden dat de aantasting (die veroorzaakt wordt door de larven) wel verergerd is sinds de aantasting ontdekt was in oktober 2010. Hoewel de aantasting is doorgegaan en geen bestrijdingsmaatregelen zijn genomen, is de schade die veroorzaakt is na oktober 2010 minimaal in vergelijking met de schade die al plaats had gevonden voor die tijd over vele jaren. Deze conclusie is gevormd naar aanleiding van de bevindingen gemaakt tijdens de inspectie op 26 september 2013 en is versterkt door een vergelijking te maken met de op het hout zichtbare schade (uitvliegopeningen) in foto's van de vloerconstructie gemaakt door de heer [appellant] in oktober 2010. De extra schade die veroorzaakt is na oktober 2010 zal ook geen noemenswaardig effect hebben gehad op de nodige maatregelen en daarbij de kosten voor een effectieve bestrijding. Zoals hierboven aangegeven is, is de ontwikkeling van de gewone houtwormkever langzaam waardoor de schade over een korte periode beperkt is.
Op een plaats (zichtbaar vanaf het luik in de eetkamer) is de kopse kant van een balk zodanig aangetast door een bruinrotveroorzakende schimmel dat deze (deels) vervangen dient te worden.
Wat betreft de kosten van uit te voeren bouwkundig en/of bestrijdingsmaatregelen kan het [bedrijf 7] geen kostenraming geven. Advies is hiervoor meerdere offertes op te vragen bij daarvoor gespecialiseerde bedrijven.
Gelet op de leeftijd van de woning is een plaatselijke aantasting van de gewone houtwormkever niet ongewoon. In dit geval is de aard en omvang van de aantasting echter zo groot dat er maatregelen getroffen dienen te worden om een einde te maken aan de actieve aantasting van de gewone houtworm."
duurzaamherstel. Hij licht dit als volgt toe:
"Een uitbreiding van de aantasting door houtworm kan met een behandeling tegen uitbreiding van houtworm niet worden uitgesloten, omdat niet alle plekken goed bereikbaar zijn."Gelet op de ouderdom van de woning, had [appellant] redelijkerwijs dienen te begrijpen dat hij mogelijk in de loop van de tijd maatregelen zou moeten nemen teneinde de geschiktheid van de woning voor een normaal dan wel veilig gebruik te handhaven en/of te verbeteren.
Dwaling?