ECLI:NL:GHARL:2015:2643
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- I.A. Vermeulen
- W. Foppen
- G.K. Schipmölder
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en de gevolgen van grievend gedrag in echtscheidingsprocedures
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de partneralimentatie centraal na een echtscheiding tussen de man en de vrouw, die bijna 30 jaar getrouwd zijn geweest. De man, verzoeker in hoger beroep, betwist de verplichting om bij te dragen in het levensonderhoud van de vrouw, die hij beschuldigt van grievend gedrag. De vrouw, verweerster in hoger beroep, ontkent deze beschuldigingen en stelt dat de man niet in zijn stellingen kan worden gevolgd. Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 30 april 2014, waarin de bijdrage van de man is vastgesteld op € 344,- per maand, met ingang van 30 januari 2014.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 december 2014 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De man voert aan dat het grievend gedrag van de vrouw, waaronder het maken van aanzienlijke schulden en het mishandelen van hun minderjarige kind, de lotsverbondenheid tussen hen heeft verbroken. Het hof overweegt dat de rechtsgrond voor alimentatie na echtscheiding berust op de nauwe persoonlijke lotsverbondenheid die door het huwelijk is geschapen. Het hof stelt vast dat, hoewel de gedragingen van de vrouw moreel verwerpelijk zijn, deze niet zodanig grievend zijn dat de lotsverbondenheid als beëindigd kan worden beschouwd.
Het hof concludeert dat de man in redelijkheid niet kan worden vrijgesteld van zijn onderhoudsverplichting. De vrouw is niet in staat om geheel in haar eigen behoefte te voorzien, en het hof wijst het bewijsaanbod van de man af, omdat de gestelde feiten niet tot een andere beslissing kunnen leiden. Uiteindelijk bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank en wijst het meer of anders verzochte af.