ECLI:NL:GHARL:2015:2761

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 april 2015
Publicatiedatum
17 april 2015
Zaaknummer
001489-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • A. Beswerda
  • A. Sekeris
  • J. van Schuijlenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding van kosten en schade na onterecht voorarrest in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 april 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot vergoeding van kosten en schade door een verzoeker die onterecht in voorarrest heeft gezeten. De verzoeker, die niet aanwezig was, werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. T. van der Goot. Het hof heeft de verzoeker vergoedingen toegekend voor de kosten die hij heeft gemaakt in verband met zijn detentie, waaronder kosten voor deskundigen en reiskosten voor het bijwonen van zittingen. De verzoeker had in totaal 8 dagen in verzekering en bewaring doorgebracht en was op 9 mei 2014 vrijgesproken van de strafzaak die aan zijn detentie ten grondslag lag. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoeker schade heeft geleden door de onterechte detentie en heeft de kosten gespecificeerd. De totale vergoeding die aan de verzoeker is toegekend bedraagt € 2.343,72. Het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De voorzitter heeft de tenuitvoerlegging van de beschikking bevolen, waarbij het bedrag op een specifieke bankrekening moet worden overgemaakt.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
LOCATIE LEEUWARDEN
Beschikking d.d. 10 april 2015 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, meervoudige raadkamer, op het verzoek ex artikel 89, 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) van:

[betrokkene],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
niet verschenen. Wel verschenen is de advocaat van verzoeker mr. T. van der Goot, advocaat te Leeuwarden.

De inhoud van het verzoek

Verzoeker vraagt vergoeding van kosten en schade als bedoeld in de artikelen 89, 591 en 591a Sv ten bedrage van € 2.165,80-, nader gespecificeerd als volgt:
- vergoeding ondergane voorarrest: € 735,-
- kosten inschakelen deskundige: € 1.405,80
- reiskosten verzoeker i.v.m. bijwonen zittingen: € 25,-.
Voorts vraagt verzoeker een vergoeding voor de gemaakte kosten voor de indiening van het verzoekschrift.

De behandeling in raadkamer

Het hof heeft in openbare raadkamer van 28 november 2014 gehoord de advocaat-generaal. Voorts heeft het hof op 27 maart 2015 gehoord de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker.
Voorts heeft het hof heeft gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken.

De beoordeling van het verzoek

Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het navolgende gebleken:
- tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummer 19-880255-10 door de rechtbank Leeuwarden en vervolgens in hoger beroep onder parketnummer 24-000492-12 door dit hof;
- verzoeker heeft 8 dagen (te weten van 17 juni 2010 tot en met 25 juni 2010) in verzekering en bewaring doorgebracht;
- verzoeker is bij arrest van dit hof d.d. 9 mei 2014 vrijgesproken van het feit, waarop voormelde detentie betrekking had;
- voormeld arrest is onherroepelijk geworden;
- de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel;
- verzoeker heeft ten gevolge van voormelde detentie schade geleden;
- verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend.
De immateriële schade
Het hof is van oordeel, alle omstandigheden in aanmerking genomen, dat gronden van billijkheid aanwezig zijn om aan verzoeker ter zake van immateriële schade een schadevergoeding toe te kennen. Hierbij zal ervan worden uitgegaan, zoals de advocaat van verzoeker tijdens de behandeling in de openbare raadkamer heeft beaamd, dat verzoeker drie dagen in verzekering op het politiebureau heeft doorgebracht en vijf dagen in het huis van bewaring in beperkingen heeft doorgebracht. Uitgaande van het gebruikelijk hiervoor gehanteerde tarief, te weten € 105,- per dag in verzekering op een politiebureau doorgebracht, en van € 105,- per dag in het huis van bewaring met beperkingen doorgebracht, zal daarom een bedrag van € 840,- worden toegekend.
De kosten i.v.m. het inschakelen van de deskundige
Het verzoek met betrekking tot de kosten ten behoeve van de door ICT- deskundige W. Verloop gemaakte rapportage komen voor vergoeding in aanmerking, nu dat rapport het belang van het onderzoek heeft gediend. Deze kosten dienen te worden vergoed overeenkomstig artikel 3, eerste lid, onder a, van de Wet tarieven in strafzaken jo artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken 2003, derhalve tot een bedrag van ten hoogste
€ 116,09 per uur. Het hof merkt hierbij op dat, in een geval als dit waarin geen speciaal tarief is bepaald, de vraag of en in welke mate de werkzaamheden van wetenschappelijke of bijzondere aard zijn aan te merken -in verband met het gebruik van de woorden "naar gelang" en "in meer of mindere mate"- van belang is voor de vraag of het maximum uurtarief of (en in welke mate) een lager tarief geldt (zie de Nota van Toelichting bij artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken 2003, Staatsblad 2003, 330). De omstandigheid dat er sprake is van werkzaamheden van wetenschappelijk of bijzondere aard brengt -anders dan de advocaat stelt- niet mee dat het maximumbedrag van € 116,09 per uur niet van toepassing is. Uitgaande van het aantal uren dat de deskundige op de facturen heeft vermeld, namelijk 8 uren, en de wetenschappelijke aard van de door hem verrichte werkzaamheden zal een bedrag van € 928,72 worden toegekend.
De reiskosten van verzoeker
De reiskosten van verzoeker in verband met het bijwonen van de zittingen in eerste aanleg en in hoger beroep komen voor vergoeding in aanmerking. Deze reiskosten dienen overeenkomstig het Besluit tarieven in strafzaken 2003 te worden vergoed op basis van de reiskosten van het openbaar vervoer. In aanmerking genomen dat uit het dossier blijkt dat verzoeker twee zittingen van het hof heeft bijgewoond, te weten die van 11 januari 2013 en 25 april 2014 en drie zittingen van de rechtbank, te weten op 15 april 2011, 20 december 2011 en 9 februari 2012, zal, zoals is verzocht, een bedrag van € 25,- worden toegekend (namelijk 5 x [traject] per trein v.v).
De kosten van het verzoekschrift moeten worden vergoed overeenkomstig de ter zake landelijk gehanteerde uitgangspunten, en wel tot een bedrag van € 550,-.
Gelet op het vorenstaande zal het hof aan verzoeker de volgende vergoeding ten laste van de Staat en/of de Rijkskas toe kennen voor de schade, welke hij tengevolge van voormelde detentie in voormelde strafzaak heeft geleden:
- 8 dagen ondergane detentie: 3 dagen in politiebureau ad € 105,- € 315,-
5 dagen in beperkingen ad € 105,- € 525,-
- kosten inschakelen deskundige € 928,72
- reiskosten verzoeker ivm bijwonen zittingen € 25,-
- kosten indiening verzoek € 550,-
totaal € 2.343,72

De beschikking

Het hof:
kent aan verzoeker
[betrokkene]toe een vergoeding ten laste van de Staat en/of de Rijskas ten bedrage van
€ 2.343,72;
wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven door mr. Beswerda als voorzitter, mrs. Sekeris en Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Arntz als griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier voornoemd.
De voorzitter beveelt de tenuitvoerlegging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag op bankrekeningnummer NL85 RABO 0104826134 ten name van Stichting Derdengelden Anker & Anker Advocaten onder vermelding van 20130660.
Voorzitter