Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
- de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep, althans haar verzoeken in hoger beroep ter zake van de kinder- en partneralimentatie af te wijzen;
- de bestreden beschikking te vernietigen voor zover daarin een kinderalimentatie is bepaald van € 391,- per kind per maand met ingang van de datum van echtscheiding en opnieuw beschikkende dit bedrag vast te stellen op € 350,- per kind per maand, (zo het hof begrijpt) met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand, althans op een zodanig bedrag als het hof juist acht;
- de bestreden beschikking te vernietigen voor zover daarin is overwogen dat de vrouw behoefte heeft aan een aanvullende partneralimentatie en, opnieuw beschikkende, vast te stellen dat de vrouw geen behoefte heeft aan partneralimentatie.