Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Accolade,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door [appellant] is ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, waarin hij werd veroordeeld tot ontruiming van zijn woning. Het vonnis dateert van 28 januari 2015 en is uitgesproken in een kort geding. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H.L. Thiescheffer, heeft hoger beroep ingesteld bij exploot van 19 februari 2015, met als doel het vonnis te vernietigen en de vorderingen van de geïntimeerde, Stichting Accolade, af te wijzen. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. J.A.M. Deckers, heeft verweer gevoerd en verzocht om bekrachtiging van het vonnis.
Tijdens de procedure in hoger beroep heeft de geïntimeerde zeven nieuwe producties ingediend, waar de appellant zich nog niet over heeft kunnen uitlaten. Het hof heeft geoordeeld dat de beginselen van hoor en wederhoor vereisen dat de appellant de gelegenheid krijgt om zich uit te laten over deze nieuwe producties. Daarom heeft het hof de zaak naar de rol verwezen voor een akte van de appellant, waarbij hij zich kan uitlaten over de nieuwe producties. De geïntimeerde krijgt geen gelegenheid voor een antwoordakte. Het hof heeft verder besloten om iedere verdere beslissing aan te houden tot de rolzitting op 23 juni 2015.