ECLI:NL:GHARL:2015:4493
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.P. den Hollander
- J.D.S.L. Bosch
- H.J. de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ondertoezichtstelling van minderjarige na beoordeling van hulpverlening en veiligheidssituatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel aangevochten, waarin de minderjarige onder toezicht was gesteld van de Jeugdzorg. De moeder verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot ondertoezichtstelling af te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat er serieuze zorgen waren over de ontwikkeling van [de minderjarige], die getuige was van huiselijk geweld en problemen had met het sociaal-emotioneel functioneren. De moeder had echter aangegeven dat zij de dreiging van de vader serieus nam en dat zij hulpverlening accepteerde. Het hof heeft de argumenten van de moeder en de Raad voor de Kinderbescherming zorgvuldig gewogen. De moeder had hulpverlening aangevraagd en was bereid om samen te werken met verschillende instanties.
Na de mondelinge behandeling op 29 mei 2015, waarin de moeder en haar advocaat, mr. M.E. Beeker, aanwezig waren, heeft het hof geconcludeerd dat de hulpverlening in het vrijwillige kader voldoende was gewaarborgd. Het hof oordeelde dat er onvoldoende gronden waren voor een ondertoezichtstelling van [de minderjarige]. Daarom heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de Raad tot ondertoezichtstelling afgewezen.