Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste instantie
2 april 2014 van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, locatie Leeuwarden (hierna: de rechtbank).
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
16 oktober 2012. In het licht hiervan gaat het hof voorbij aan de niet nader onderbouwde stelling van [appellante] dat de additionele vordering van [geïntimeerde] op een andere feitelijke grondslag zou steunen, zodat van een geheel nieuwe vordering niet gesproken kan worden.
dinsdag 4 augustus 2015voor memorie van antwoord in incidenteel appel aan de zijde van [appellante].