Uitspraak
1.[de curator],
1.Het geding in eerste aanleg
Het geding in hoger beroep
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, waarbij de huidige curator van betrokkene niet werd ontslagen. De appellant, die zelf ook curator wil worden, verzoekt het hof om de huidige curator te ontslaan en hemzelf en een kennis tot nieuwe curatoren te benoemen. De curator heeft het verzoek bestreden en aangevoerd dat er geen gewichtige redenen zijn voor ontslag. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 1 juni 2015 gehouden, waarbij verschillende betrokkenen aanwezig waren, waaronder de appellant en de curator.
Het hof overweegt dat de vraag of de betrokkene het beste is gediend met een onafhankelijke curator of een curator uit de eigen familie, pas aan de orde komt als er gewichtige redenen zijn voor ontslag van de huidige curator. Het hof concludeert dat er op basis van de aangevoerde argumenten en de eerdere beschikking van 23 oktober 2012, geen gewichtige redenen zijn vastgesteld voor het ontslag van de huidige curator. De communicatie tussen de curator en de familie is niet zodanig gebrekkig dat dit tot ontslag zou moeten leiden.
Uiteindelijk bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 16 december 2014, waarbij het verzoek van de appellant is afgewezen. De beslissing is genomen door een collegiaal hof en is openbaar uitgesproken op 23 juni 2015.