Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
- de man te veroordelen om met ingang van indiening van het verzoekschrift in eerste aanleg, dan wel met ingang van indiening van het beroepschrift, dan wel met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, dan wel met ingang van de datum die het hof juist acht, een partneralimentatiebijdrage van € 4.424,- per maand, dan wel een bedrag dat het hof juist acht, te voldoen, jaarlijks te vermeerderen met de wettelijke indexering;
- te bepalen dat tussen de man en de vrouw geen verrekening zal plaatsvinden van de door de man betaalde hypotheekrente en eigenaarslasten OZB ter zake de echtelijke woning tussen 3 juli 2013 en het moment van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking (26 november 2014), met uitzondering van het reeds door de vrouw betaalde deel van de OZB 2014/2015;
- te bepalen dat de waarde van de [boot] bij helfte tussen partijen wordt verdeeld, waarbij de waarde wordt bepaald door een beëdigd taxateur, dan wel door partijen in onderling overleg en dat de man uiterlijk binnen 14 dagen na de uitspraak van de beschikking van het hof de helft van de waarde van deze boot aan de vrouw overmaakt;
- voor recht te verklaren dat de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS) van toepassing is op de door de man opgebouwde pensioen(en) en dat partijen tot toepassing hiervan dienen over te gaan;
- het overige dat is beslist in de bestreden beschikking van 28 mei 2014 in stand te houden.
- dat vooralsnog geen rekening wordt gehouden met de hogere verdiencapaciteit van de vrouw en in plaats daarvan een bijdrage vast te stellen als het hof redelijk acht;
- dat voor het bepalen van zijn draagkracht rekening wordt gehouden met een derde deel van de buitenlandtoelage en in plaats daarvan te bepalen dat geen rekening wordt gehouden met deze toelagen, dan wel overeenkomstig de rechtbank te beslissen;
- dat de saldi van de betaalrekeningen ook bij helfte dienen te worden gedeeld en in plaats daarvan te bepalen dat de saldi op de giro- en spaarrekeningen onder nummer […] op naam van de man en giro- en spaarrekeningen onder nummer […] op naam van de vrouw niet bij helfte worden gedeeld;
- dat de man aan de vrouw een bedrag van € 2.500,- dient te betalen voor de voortent en de caravan en in plaats daarvan te bepalen dat indien de vrouw voor de zitting de voortent en inventaris niet alsnog aan de man heeft geleverd, de kosten voor de voortent en inventaris van € 2.195,- dan wel een ander bedrag dat het hof juist acht, in mindering wordt gebracht op het toedeelbedrag van € 5.000,-, alsmede te bepalen dat de vrouw de stallingskosten van € 300,- per jaar dient te voldoen;
- dat de overwaarde (na aftrek van de verkoopkosten) alsmede de opbrengst van de aan de hypotheek gekoppelde verzekering bij Reaal bij helfte dient te worden gedeeld tussen partijen en in plaats daarvan te bepalen dat de overwaarde (na aftrek van de verkoopkosten) bij helfte dient te worden verdeeld en de opbrengst van de aan de hypotheek gekoppelde verzekering bij Reaal aan de man dient te worden toegedeeld, dan wel te bepalen dat de vrouw het risico-element van deze polis aan de man dient te vergoeden;
- dat de man € 1.400,- heeft ontvangen van zijn werkgever en dat dit bedrag in mindering dient te worden gebracht op de vordering van de man wegens gedane betalingen van energie- en gebruikerslasten en in plaats daarvan te bepalen dat de teruggave van € 1.400,- niet in mindering dient te worden gebracht op de vordering van de man wegens gedane betalingen van energie- en gebruikerslasten;
- dat de vrouw aan de man de helft dient te betalen van de door hem tussen 3 juli 2013 en het moment van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking te betalen hypotheekrente en eigenaarslasten OZB en in plaats daarvan te bepalen dat de vrouw aan de man de helft dient te betalen van de door hem tussen 3 juli 2013 en het moment van inschrijving van de echtscheiding te betalen hypotheekrente en eigenaarslasten OZB te vermeerderen met de wettelijke rente;