ECLI:NL:GHARL:2015:571
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Van Schuijlenburg
- Dörholt
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beslissing van de kantonrechter inzake niet-ontvankelijkheid van het beroep in het kader van de WAHV
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, die op 22 januari 2014 het beroep van de betrokkene tegen een beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk had verklaard. Het hof heeft vastgesteld dat in de bestreden beslissing de naam van de kantonrechter niet is vermeld, wat in strijd is met de vereisten zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Wetboek van Strafvordering. Deze wetgeving vereist dat de naam van de rechter of rechters die de zaak hebben behandeld, in de schriftelijke uitspraak wordt vermeld. Het hof heeft geoordeeld dat het ontbreken van deze informatie de controle op de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter bemoeilijkt en dat dit een belangrijke procedurele waarborg is voor de betrokkenen.
Het hof heeft daarom de beslissing van de kantonrechter vernietigd en zelf de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene geen zekerheid heeft gesteld, wat volgens artikel 11 van de WAHV leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, tenzij er sprake is van verschoonbare omstandigheden. Aangezien er geen bewijs is geleverd dat de betrokkene in verzuim is geweest, heeft het hof het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van het hof houdt in dat de eerder opgelegde sanctie niet verder wordt beoordeeld, omdat de procedure niet correct is gevolgd. Het arrest is uitgesproken door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van griffier Dörholt, tijdens een openbare zitting.