Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding n hoger beroep
2 december 2014, heeft mr. Kashyap verzocht de zaak op de rolzitting van 2 december 2014 te plaatsen voor doorhaling op wederzijds verzoek.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 februari 2015, gaat het om de doorhaling van een hoger beroep en de vraag of er overeenstemming is over de intrekking van het appel. De appellant, vertegenwoordigd door mr. N.R.H. Boasman-Trustfull, en de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. M. Kashyap, hebben in eerdere procedures al meerdere geschillen over de boedelscheiding na hun echtscheiding in 2004 gehad. De appellant heeft op 7 oktober 2014 een appeldagvaarding ingediend, maar op 27 november 2014 heeft mr. Kashyap verzocht om de zaak door te halen op wederzijds verzoek. Dit verzoek werd op de rolzitting van 2 december 2014 gehonoreerd, maar er ontstond onduidelijkheid over de overeenstemming tussen partijen. Begin januari 2015 heeft mr. Hassan, namens mr. Boasman-Trustfull, contact opgenomen met de griffie van het hof en aangegeven dat er geen sprake zou zijn van een doorhaling op eenstemmig verzoek van partijen. Dit leidde tot verdere correspondentie en verzoeken om verduidelijking van de situatie. De rolraadsheer heeft uiteindelijk besloten de zaak naar de rolzitting van 24 februari 2015 te verwijzen, zodat beide partijen de gelegenheid krijgen om nadere informatie te verschaffen over de vraag of de appellant zijn recht om in het kort geding door te procederen heeft verspeeld. De rolraadsheer heeft de beslissing over de rechtsgevolgen van de doorhaling aan de kamer van het hof overgelaten.