Bewijsmiddelen
1. Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 5 en 17 maart 2014 van de meervoudige kamer in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring vanverdachte:
Ik was op 20 mei 2013 met [slachtoffer] en [getuige 1] aanwezig in en om de woning van [slachtoffer] , gelegen aan de [adres] te [plaats] . De Elfstedentocht voor motoren was die dag. Om ongeveer 16:00 uur kwam [medeverdachte] er ook bij. We dronken bier en ik heb die dag cocaïne genomen. Eerst zaten wij in de voortuin en op een gegeven moment gingen we naar de achtertuin. Daar ontstond een ruzie tussen mij en [slachtoffer] . Ik heb hem met mijn vuist in zijn gezicht geslagen, waarna hij omviel. Om [slachtoffer] te laten schrikken heb ik kort een breekijzer in mijn handen gehad. [slachtoffer] is vervolgens de woning binnengegaan. [medeverdachte] en [getuige 1] haalden bier bij de supermarkt. Hierna bevond ik mij met [slachtoffer] , [medeverdachte] en [getuige 1] in de woning. Er ontstond weer ruzie met [slachtoffer] . [getuige 1] sprong van de bank af en hield zijn hand bij de keel van [slachtoffer] en gaf hem nog een aantal klappen met de vuist op het gezicht. Op een gegeven moment had [medeverdachte] een honkbalknuppel in haar hand. Ze is vervolgens op [slachtoffer] afgestapt en heeft hem een paar klappen gegeven. Ik heb [slachtoffer] ook met de honkbalknuppel geslagen. Ik heb hem ook geschopt. Ik was kwaad. Ik heb [slachtoffer] ook met de knuppel tegen zijn hoofd geslagen. [getuige 1] verliet op een bepaald moment de woning. Hierna ging het echt verkeerd. [medeverdachte] , [slachtoffer] en ik stonden in de hal. En [slachtoffer] werd meerdere keren met de knuppel en de vuist op zijn lichaam – van zijn knieën tot zijn nek – geslagen. [slachtoffer] lag op de grond. Ik heb hem tegen zijn hoofd geschopt. Ik heb hem tegen zijn rug geschopt, ook toen hij op de grond lag. Ik heb hem op zijn buik en zijn zij geslagen. [slachtoffer] heeft bijna niet meer gelopen nadat [getuige 1] was vertrokken. Het is nog wel enige tijd rustig geweest voordat het geweld verder ging. [slachtoffer] lag toen al naast de bank in de woonkamer. Hij kon niet overeind komen naar was wel bij bewustzijn. Ik kan mij niet herinneren dat hij nog iets heeft gezegd. Ik heb de knuppel weer gepakt en heb toen weer geslagen. Toen [medeverdachte] en ik de woning verlieten lag [slachtoffer] in de woonkamer te snurken. Hij leefde nog maar zat wel onder het bloed. We zijn in het autootje van [medeverdachte] naar de begraafplaats gegaan en hebben de honkbalknuppel bij het graf van de overleden vriendin van [medeverdachte] achtergelaten. We hebben ook geld gepind en zijn naar café [naam] gegaan. Ik ben nog naar [getuige 1] geweest om hem op te halen. Ik heb gezegd: “Volgens mij is hij dood”. Ik ben na het bezoek aan het café met [medeverdachte] naar de woning teruggekeerd. Op 21 mei 2013 om 00:42 uur heb ik 112 gebeld en gemeld dat er een dood persoon in de woning lag.
Toen [getuige 1] de woning verliet heb ik hem bij de deur de hand geschud. [medeverdachte] zat mij voortdurend aan te moedigen en op te ruien om [slachtoffer] te slaan. Dit heeft invloed op mij gehad. Als [medeverdachte] niet met de knuppel was binnengekomen, was dit niet gebeurd.
Het getreiter van [slachtoffer] vond in de middag plaats. Toen ik hem schopte en sloeg, zei hij niet veel meer. Ook niet nadat de knuppel erbij was gekomen.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (p. 487 en verder van map 1: overlijden [slachtoffer] politiedossier) voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring vanverdachte, afgelegd op 22 mei 2013:
We zaten afgelopen maandag met zijn drieën buiten. [medeverdachte] kwam rond 16:00/16:30 uur erbij. Op een gegeven moment gaan we naar binnen. [slachtoffer] zat ons te kleineren. Ik weet niet meer wat hij zei. [slachtoffer] had het over [medeverdachte] , wat ze daar doet, dat hij liever heeft dat ze naar de camping zou gaan. [slachtoffer] had het ook over het neefje van [getuige 1] . [slachtoffer] zat erover door te zagen en toen gaf [getuige 1] [slachtoffer] uiteindelijk ook een paar klappen. Ik ging uit mijn plaat. Ik sloeg [slachtoffer] met mijn rechtervuist op zijn gezicht. Hij klapte door de benen op zijn zij en toen op zijn rug volgens mij, of andersom. Hij viel als een plank op de grond. Ik weet niet hoe laat het was toen [getuige 1] wegging. Daarna heb ik hem een paar klappen gegeven tegen zijn linkerzij. Hij lag toen plat op zijn rug. Ik zag dat [medeverdachte] hem ook een paar trappen gaf, tegen zijn linkerzij en tegen zijn hoofd. Ik gaf hem ook trappen tegen zijn hoofd. [medeverdachte] kwam met een honkbalknuppel. Ik zag dat [medeverdachte] hem sloeg met die knuppel. [slachtoffer] lag nog steeds. Ze sloeg hem op zijn gezicht, op zijn buik, op zijn hoofd. Ik pakte haar die knuppel af en toen heb ik hem zelf geslagen met die knuppel. Ik heb hem geslagen op de buik, bij die striemen en tegen zijn gezicht. In het begin was [slachtoffer] bij kennis. Hij ademde nog. Toen wij weggingen was hij ook nog aan het ademen. [slachtoffer] kon niet meer praten, maar hij ademde wel. Hij verweerde zich niet. Hij bewoog niet. Ik zag dat zijn borst/buik bewoog van het ademhalen. Ik heb geen flauw idee hoe vaak en waar ik [slachtoffer] precies raakte. [medeverdachte] trapte hem volgens mij met de linkervoet tegen zijn gezicht. Ze stampte hem op het gezicht ter hoogte van zijn neus en zijn mond. Ze was heel boos. Ze schreeuwt als ze boos is. Dat deed ze toen ook.
Ik ben heel makkelijk beïnvloedbaar en dan zijn er mensen die zeggen: “Doorgaan, doorgaan, doorgaan”. Dat zei [medeverdachte] afgelopen maandag ook.
3
. De verklaring vanverdachte, afgelegd ter zitting van het hof d.d. 17 september 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte] gaf [slachtoffer] ook klappen. Ze schopte hem en ze sloeg hem. De knuppel ging over en weer. [slachtoffer] lag toen voor de bank. Hij kon niks meer. [medeverdachte] riep tegen mij ‘Doorgaan, doorgaan’.
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (p. 448 en verder van de onder 1. genoemde map) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring vanmedeverdachte [medeverdachte], afgelegd op 22 mei 2013:
[verdachte] , [getuige 1] en [slachtoffer] zaten in de voortuin toen ik thuis kwam. [verdachte] begon [slachtoffer] op een gegeven moment te bedreigen. “Ik pak je straks”, zei hij tegen [slachtoffer] . We zijn op een gegeven moment van de voortuin naar de achtertuin gegaan. [verdachte] begon [slachtoffer] te slaan. Het begon te motregenen. [getuige 1] en ik zijn naar de Jumbo gegaan om bier te halen. Toen ik terugkwam stond [slachtoffer] onder de douche. Het kwam erop neer dat [verdachte] [slachtoffer] sommeerde om naar beneden te komen. Ik ben duidelijk geweest dat ik [verdachte] met die honkbalknuppel heb zien slaan. Ik heb de schop gezien en toen [getuige 1] er zat zei [verdachte] tegen [slachtoffer] : “Ik sla je knieën kapot”. Hij sloeg toen aan de zijkant van [slachtoffer] zijn knieën. [slachtoffer] zei niks. Die klappen waren hard. Het is niet alleen gebleven bij slaan op de knieën. [verdachte] pakte de honkbalknuppel weer. [getuige 1] ging weg. Hij werd opgehaald door zijn vriendin.
5. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (p. 459 en verder van de onder 1. genoemde map) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring vanmedeverdachte [medeverdachte], afgelegd op 23 mei 2013:
Ik ben even weggeweest. Ik kom terug en dan zie ik [slachtoffer] in het bloed in de hal liggen. [slachtoffer] lag met zijn hoofd achterover in een plas bloed. [slachtoffer] lag in de hal te snurken. Ik zei hem dat hij moest opstaan. [slachtoffer] stond zelf op en liep naar de woonkamer. Onderwijl kreeg hij van [verdachte] weer klappen op de kop. Ik zag dat hij viel in de woonkamer en dan zie ik dat [slachtoffer] twee striemen op zijn buik/zijde heeft. Ik zag ook dat [verdachte] hem daar sloeg. Hij zei "au, au". Als hij omhoog kwam kreeg hij weer een klap. Ik zag dat [slachtoffer] zijn achterhoofd in puin lag. Dit zag ik toen hij van de hal naar de woonkamer liep.
6. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (p. 276 en verder van de onder 1. genoemde map) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van[getuige 2], afgelegd op 22 mei 2013:
Rond 19:25 uur kreeg ik [getuige 1] aan de telefoon. Ik hoorde heel veel kabaal op de achtergrond. Hij vroeg aan mij of ik hem op kwam halen. Hij klonk heel angstig. Hij zei: “het loopt hier uit de hand, haal me bij [slachtoffer] weg, want daar zit ik” Ik hoorde veel kabaal en kloink, kloink. Het klonk als iets wat tegen metaal aan sloeg. Ik ben in de auto gestapt en richting de [adres] gereden. Ik zag dat [getuige 1] naar buiten kwam. Ik zag dat [getuige 1] bij mij in de auto stapte. Ik hoorde dat [getuige 1] tegen mij zei: “Dit is niet normaal [getuige 2] , dit is niet normaal”. Hij zei dat [verdachte] tegen het hoofd van [slachtoffer] aanschopte. Binnen ging het steeds verder en escaleerde het steeds meer. [getuige 1] heeft in eerste instantie de knuppel van [medeverdachte] (het hof begrijpt: verdachte [medeverdachte] ) afgepakt. [medeverdachte] stond tegenover [slachtoffer] met de honkbalknuppel. [getuige 1] zei dat [medeverdachte] had gezegd, dat als [slachtoffer] niet ophield hij een klap met die honkbalknuppel zou krijgen.
7. een schriftelijk stuk, inhoudende eenrapport pathologieonderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood, afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 5 september 2013 opgemaakt door arts en patholoog P.M.I. Van Driessche (opgenomen in Map 2: overlijden [slachtoffer] politieonderzoek, geen paginanummering), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Resultaten
Er waren verspreid over het lichaam (doch met name het hoofd, het gelaat, de romp en de armen) zeer talrijke letsels, alle met omgevende bloeduitstorting. Het betroffen talrijke huidverkleuringen door onderhuidse bloeduitstorting, talrijke oppervlakkige huidbeschadigingen (kras- en schaafletsels) en meerdere huiddefecten met voornamelijk een ruwrandig aspect en in hun wondbodem weefselbruggen (met name aan het gelaat en de behaarde hoofdhuid).
- Er waren talrijke botbreuken, alle met omgevend bloeduitstorting. Aan de borstkas waren links rib 2 t/m 6 gebroken ( en mogelijk ook de zevende rib), aan rechterzijde waren rib 2 t/m 5 en rib 7 gebroken.
- De schedel toonde een uitgebreide breuk beginnend links zijwaarts ter plaatse van het linkeroor met zich verder zettende breuklijnen naar de schedeltop en naar de schedelbasis (met breuk van het middenoor links en rechts en breuk van het Turks zadel).
- De schedel toonde verder centraal aan voorzijde een breuk, doorheen de bovenkaak ( met hierdoor loszittende en geheel losliggende tanden) en de neus tot in het neusbeen.
- Bij radiologisch onderzoek zouden verder breuken zijn gezien van de heup links, de pols links en de onderkaak rechts (aan het kaakgewricht).
- Er was een botzwelling van de 9e borstwervel, zonder omgevende bloeduitstorting.
- Ter plaatse van de breuk was aan de schedelbasis (met name links) bloeduitstorting onder het harde hersenvlies. Tevens was plaatselijk bloeduitstorting onder het harde hersenvlies aan bovenzijde van de rechterhelft van de grote hersenen.
- De hersenen toonde vochtstapeling met zwelling en afvlakking van het patroon van hersengroeven en hersenwindingen, zonder evidente tekenen van inklemming.
- De hersenen toonden zowel links zijwaarts als rechts zijwaarts kneuzingen.
- Er was bloed en bloederig vocht aanwezig in de mond- en de neusholte en de luchtwegen, met in de longen een gering aspect als van inademen van enig bloed (dan wel bloederig vocht).
- Het tongbeen toonde zowel aan de linkerzijde als aan de rechterzijde een recent bij leven opgelopen breuk met omgevend bloeduitstorting.
- Het strottenhoofd toonde aan linkerzijde een recente vitale breuk met bij microscopisch onderzoek omgevend bloeduitstorting.
Interpretatie van resultaten:
Bij de sectie op het lichaam van [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , is het
navolgende gebleken:
Voorafgaand aan de sectie werd in het UMCG te Groningen radiologisch onderzoek verricht, bij voorlopige evaluatie hiervan en bij revisie door dhr. H. de Bakker, radioloog in het Groene Hart Ziekenhuis te Gouda werden meerdere afwijkingen (met name botbreuken) aangetroffen.
Bij sectie werd het lichaam van een man waargenomen met tekenen van fors bloedverlies, zijnde verbloeding. Verbloeding kan het overlijden zonder meer verklaren.
Er waren talrijke letsels, bij leven opgelopen door meermalen heftige inwerking van uitwendig mechanisch stomp botsend, samendrukkend en deels schavend en krassend geweld.
- Deels hadden deze letsels een aspecifiek voorkomen, zoals door geslagen worden,
getrapt worden, vallen, zich stoten, etc.
- Deels toonden deze letsels een specifiek patroon (met onder meer zogenaamde ‘tramline tracks’), zoals passend bij geslagen worden met een lang, relatief smal, relatief hard en mogelijk iets soepel, stevig voorwerp, met een breedte van grootteorde circa 1-1,5 cm en met aan het uiteinde een ronde verbreding, waarvan het contactoppervlak (met de huid) een grootteorde had van circa 2 cm diameter.
- Deels toonden deze letsels een aspecifiek patroon, zoals kan passen bij stevig beetnemen (aan de armen).
Ten gevolge van dit geweld waren er talrijke breuken, was er kneuzing van de hersenen met aspecifieke begeleidende hersenzwelling en was er bloeduitstorting onder de hersenvliezen. Bij neuropathologisch onderzoek toonden alle letsels aanwezig aan de hersenen en hersenvliezen een aspect van recent voor het overlijden ontstaan. Er waren geen letsels met
aanwijzingen voor een ouderdom van circa drie dagen.
Aan de hals waren uitwendig gering letsels, doch inwendig waren breuken van het
tongbeen en het strottenhoofd, ontstaan bij leven door inwerking van uitwendig mechanisch stomp botsend en/of samendrukkend (al dan niet ook omsnoerend) geweld aan de hals, zoals door geslagen worden, getrapt worden, gewurgd worden, etc.
Door de breuken en letsels aan het gelaat (en met name de kaken) was er bloed aanwezig in de luchtwegen met in de longen gering het aspect als van inademen van bloed.
De bevinding van stipvormige bloeduitstortingen verspreid doorheen het lichaam kan passen bij een periode van verstikking (zoals door bijvoorbeeld samendrukkend geweld aan de hals). Mogelijk heeft verstikking bijgedragen aan het intreden van de dood.
Bij toxicologisch onderzoek werd ethanol (alcohol) aangetroffen, in een dusdanige concentraties dat de toxicoloog kon concluderen dat het bewustzijn ten tijde van overlijden door alcohol zal zijn beïnvloed (doch dat de mate van beïnvloeding en dus ook de precieze effecten afhankelijk zijn van de mate van gewenning aan alcohol). De aangetroffen concentratie alcohol kan op zich het overlijden niet verklaren, wel kan het mogelijk een bijdrage hebben geleverd aan het (proces van) overlijden.
Er waren tekenen van aderverkalking van de kransslagaders. Alhoewel er bij sectie geen aanwijzingen waren voor een recent hartinfarct, kunnen deze ziekelijke veranderingen bijgedragen hebben aan (met name de snelheid van) het proces van overlijden.
Er was matige vervetting van de lever, zoals onder meer kan ontstaan na langdurig en fors alcoholgebruik. Dit heeft geen directe rol gespeeld ten aanzien van het intreden van de dood.
Conclusie
Bij sectie op het lichaam van [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , wordt het intreden van de dood zonder meer verklaard door verbloeding ten gevolge van talrijke letsels, bij leven opgelopen door meermalen heftige inwerking van uitwendig mechanisch stomp botsend, samendrukkend en deels schavend en krassend geweld. Mogelijk heeft verstikking bijgedragen aan het intreden van de dood.
8. Het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, nummer 2013053170, d.d. 30 september 2013 bevattende een proces-verbaal onderzoek [adres] [plaats] (opgenomen in Map 2: overlijden [slachtoffer] politieonderzoek, geen paginanummering), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisanten:
Op dinsdag 21 mei 2013 hebben wij verbalisanten, werkzaam bij de Forensische Opsporing, een onderzoek ingesteld naar aanleiding van een moord/doodslag van een man, waarvan door de politie Eenheid Noord Nederland proces-verbaal is opgemaakt.
Gelet op het aangetroffen sporenbeeld en de sporen op en aan het slachtoffer verklaren wij verbalisanten:
Het merendeel van de aangetroffen bloedspatpatronen, zoals op de keukenkastjes, in de hal en de woonkamer, op de banken en de wand achter het slachtoffer, gaven ons de indicatie dat deze waren ontstaan terwijl het slachtoffer zich laag bij de grond bevond.