In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot onderbewindstelling van [verzoekster], die gediagnosticeerd is met een schizo-affectieve stoornis. De onderbewindstelling was eerder door de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland op 10 februari 2015 toegewezen. [B] had het verzoek tot onderbewindstelling ingediend, omdat [verzoekster] niet in staat zou zijn haar vermogensrechtelijke belangen adequaat waar te nemen door haar geestelijke toestand. Het hof heeft de feiten en omstandigheden rondom de geestelijke gezondheid van [verzoekster] zorgvuldig gewogen, waarbij het belang van [verzoekster] voorop stond. Het hof concludeerde dat [verzoekster] tijdelijk of duurzaam niet in staat is om haar financiën zelfstandig te beheren, vooral gezien haar eerdere episodes van decompensatie en het beperkte ziekte-inzicht. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, maar benadrukt dat het belangrijk is om [verzoekster] enige zelfstandigheid te geven in het regelen van haar financiën, waar mogelijk. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing van het hof is genomen in het belang van [verzoekster], met de intentie haar te ondersteunen in haar situatie.