ECLI:NL:GHARL:2015:8505

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 november 2015
Publicatiedatum
10 november 2015
Zaaknummer
200.152.322/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest inzake medewerking aan notariële akte op basis van concept-akte van levering

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te Groningen van 21 september 2011. De appellanten, waaronder [appellant 1] c.s., stelden dat een perceel grond, kadastraal bekend als sectie L, nr. 4251, geleverd diende te worden aan [appellant 3] en [appellant 4]. De zaak betrof de medewerking van Holland Tankfahrt aan de notariële levering van dit perceel. Het hof nam de inhoud van een eerder tussenarrest van 26 mei 2015 over en behandelde de ingediende akten van beide partijen. De appellanten hadden een concept akte van levering overgelegd, waartegen de geïntimeerden geen inhoudelijke bezwaren hadden geuit, behalve dat alleen Holland Tankfahrt tot levering in staat zou zijn. Het hof oordeelde dat de concept akte, mits aangepast, geschikt was als basis voor de levering.

Het hof constateerde dat de appellanten geen concrete schadeposten hadden opgegeven, maar dat zij voldoende aannemelijk hadden gemaakt dat zij schade hadden geleden door de handelwijze van de geïntimeerden. Het hof besloot de verwijzing naar de schadestaatprocedure toe te wijzen. De geïntimeerden hadden in hun antwoordakte verzocht om de einduitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, maar het hof wees dit verzoek af omdat het niet tijdig was ingediend.

Uiteindelijk oordeelde het hof dat de grieven van de appellanten slagen en vernietigde het het vonnis van de rechtbank. Het hof veroordeelde Holland Tankfahrt om binnen acht dagen mee te werken aan de levering van het perceel aan [appellant 3] en [appellant 4]. Tevens werd bepaald dat het arrest in de plaats treedt van de vereiste medewerking van de bestuurder van Holland Tankfahrt aan de notariële levering. De geïntimeerden werden hoofdelijk veroordeeld tot vergoeding van de door de appellanten geleden schade en in de kosten van beide instanties. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.152.322/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 117759/HA ZA 10-341)
arrest van 10 november 2015
in de zaak van

1.[appellant 1] ,

gevestigd te Groningen,
hierna:
[appellant 1], respectievelijk
[X],

2. [appellant 2] ,

wonende te [woonplaats] ,

3. [appellant 3] ,

wonende te [woonplaats] ,

4. [appellant 4] ,

wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
in eerste aanleg: eisers,
hierna gezamenlijk te noemen:
[appellant 1] c.s.,
en appellanten 2 tot en met 4 gezamenlijk te noemen:
[appellanten],
advocaat: mr. J. Doornbos, kantoorhoudend te Groningen, die ook heeft gepleit,
tegen

1.Holland Tankfahrt GmbH, v/h Maas Shipping GmbH,

gevestigd te Bremen (BRD),
hierna:
Holland Tankfahrt, respectievelijk
Maas Shipping,

2. Maas Onroerend Goed B.V.,

gevestigd te Hoogezand,
hierna:
MOG,

3. [geïntimeerde 3] ,

wonende te [woonplaats] ,
hierna:
[geïntimeerde 3],
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen:
[geïntimeerden],
advocaat: mr. H.J.D. ter Waarbeek, kantoorhoudend te Velp (Gld.), die ook heeft gepleit.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 26 mei 2015 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
[appellant 1] c.s. hebben op 7 juli 2015 een akte genomen na tussenarrest, en daarbij een concept akte van levering gevoegd.
1.2
Vervolgens hebben [geïntimeerden] een antwoordakte genomen, die tevens een verzoek bevat tot niet uitvoerbaar bij voorraadverklaring van de (eind)uitspraak. Bij de antwoordakte is een productie gevoegd.
1.3
[appellant 1] c.s. hebben bij antwoordakte van 6 oktober 2015 op genoemd verzoek en de productie gereageerd.
1.4
Vervolgens hebben beide partijen de stukken overgelegd voor arrest en heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1
[appellant 1] c.s. hebben bij hun akte van 7 juli 2015 aangegeven dat perceel L4251 geleverd dient te worden aan [appellant 3] en [appellant 4] , zoals vermeld in de bijgevoegde concept akte van levering.
2.2
Over de inhoud van die akte hebben [geïntimeerden] geen andere opmerking gemaakt dan de, naar het oordeel van het hof terechte, opmerking dat alleen Holland Tankfahrt tot levering in staat is.
Het hof gaat er dan ook van uit dat met die aanpassing de concept akte geschikt is als basis voor de levering, indien de einduitspraak van het hof de toestemming van de bevoegde bestuurder van Holland Tankfahrt zou moeten vervangen.
2.3
Door [appellant 1] c.s. zijn, hoewel het hof daarom uitdrukkelijk heeft verzocht, geen concrete schadeposten opgegeven zodat het hof niet in de gelegenheid is de schade te begroten.
Wel hebben [appellant 1] c.s. naar het oordeel van het hof de mogelijkheid dat schade is geleden voldoende aannemelijk gemaakt door aan te voeren dat zij door de handelwijze van [geïntimeerden] aansprakelijk zijn geworden voor schade als gevolg van beperkingen van het gebruik van de werf, die haar huurder op haar wenst te verhalen. Het hof zal dan ook de verwijzing naar de schadestaatprocedure toewijzen zoals gevorderd.
2.4
[geïntimeerden] hebben voor het eerst bij hun antwoordakte verzocht de einduitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Voor dit nieuwe verweer na hun memorie van antwoord hebben zij geen redenen opgegeven die afwijking rechtvaardigt van de "in beginsel strakke regel" die meebrengt dat alle verweren uiterlijk bij memorie van antwoord ingebracht moeten worden (ECLI:NL:HR:2011:BR2045). Het hof laat dit nieuwe verweer, waartegen [appellant 1] c.s. ook uitdrukkelijk bezwaar hebben gemaakt, daarom buiten beschouwing.
Dat de partij die een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis executeert voordat de uitspraak kracht van gewijsde heeft, risico's loopt indien dat vonnis door een hogere instantie wordt vernietigd, mag overigens bij iedere advocaat bekend worden verondersteld.
2.5
Nu de grieven slagen zal het hof het vonnis van 21 september 2011, waarvan beroep, vernietigen en het primair gevorderde alsnog toewijzen, zoals hierna is bepaald.
[geïntimeerden] worden, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep, alsmede in de kosten van het gelegde beslag, met uitzondering van de kosten voor verlenging van de termijn waarbinnen de eis in de hoofdzaak diende te worden ingediend. Laatstbedoelde kosten dienen in redelijkheid voor rekening van [appellant 1] c.s. te blijven.
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van [appellant 1] c.s. zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten
62,56 + 187,48
- griffierecht
263,-
totaal verschotten
513,04
te vermeerderen met € 415,60 als kosten van beslag, en voor salaris advocaat/gemachtigde overeenkomstig het liquidatietarief:
3 punten x € 452,-
1.356,-
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van [appellant 1] c.s. zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten
94,31
- griffierecht
666,-
totaal verschotten
760,51
en voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief, tarief II:
3 punten x € 894,-
2.682,-

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de rechtbank te Groningen van 21 september 2011 en doet opnieuw recht;
I. veroordeelt Holland Tankfahrt om binnen 8 dagen na betekening van dit arrest mee te werken aan levering aan [appellant 3] en [appellant 4] van het perceel, plaatselijk bekend Winschoterdiep, Hoogezand, kadastraal bekend gemeente Hoogezand, sectie L, nr. 4251, groot 49 a 30 ca, zulks ten overstaan van de door genoemde heren [appellanten]
aan te wijzen notaris;
II. bepaalt dat dit arrest in de plaats treedt van de vereiste medewerking van de bestuurder van Holland Tankfahrt aan de notariële levering, onder voorwaarde dat de bij akte van 7 juli 2015 overgelegde concept akte, aangepast op de wijze zoals onder overweging 2.2 bedoeld, basis voor de rechtshandeling zal zijn;
III. veroordeelt [geïntimeerden] hoofdelijk tot vergoeding van door [appellant 1] c.s. geleden en te lijden schade die het gevolg is van het onrechtmatig handelen, op te maken bij staat;
IV. veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van beide instanties, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van [appellant 1] c.s. wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op € 1.356,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, op € 513,04 voor verschotten en op € 415,60 voor kosten van beslag en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep vastgesteld op € 2.682,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en op € 760,31 voor verschotten;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. M.E.L. Fikkers, mr. L. Groefsema en mr. M.C.D. Boon-Niks en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 10 november 2015.