ECLI:NL:GHARL:2015:8619
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- E.B.E.M. Rikaart-Gerard
- G. Jonkman
- J.G. Idsardi
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk gezag en de noodzaak van professionele hulpverlening in familiezaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uitoefening van het gezag over twee minderjarige kinderen, geboren in 2009 en 2010, van een niet-huwelijkse relatie. De moeder, verzoekster in hoger beroep, vroeg het hof om haar alleen met het gezag over de oudste minderjarige te belasten, terwijl de vader, verweerder, verzocht om gezamenlijk gezag over de jongste minderjarige. De rechtbank Midden-Nederland had eerder de verzoeken van de moeder afgewezen en het gezamenlijk gezag gehandhaafd, maar het hof oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren veranderd dat gezamenlijk gezag niet in het belang van de kinderen was.
Het hof constateerde dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders, gezien de ernstige communicatieproblemen en conflicten tussen hen. De ouders waren niet in staat om op een constructieve manier samen beslissingen te nemen over de opvoeding van hun kinderen, wat essentieel is voor gezamenlijk gezag. De hulpverlening had tot nu toe niet geleid tot verbetering van de situatie, en het hof concludeerde dat de moeder alleen met het gezag over de oudste minderjarige belast moest worden om de kinderen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van de conflicten tussen de ouders. Het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over de jongste minderjarige werd afgewezen.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van effectieve communicatie tussen ouders in zaken van gezamenlijk gezag en de rol van professionele hulpverlening in het ondersteunen van ouders in conflict. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de moeder toe, terwijl het verzoek van de vader werd afgewezen.